Hoe is het om een enkelband te dragen?
Lees meer
Bijna 6jaar geleden hoorde Sarah voor het eerst over COSA tijdens een presentatie op het congres ‘Het seksuele brein’, dat ze tijdens haar rechtenstudie bezocht. Zij was gelijk geïnteresseerd in deze methodiek van Reclassering Nederland waarbij vrijwilligers zedendaders begeleiden om terugval te voorkomen. Sarah: “Ik was tot de conclusie gekomen dat ik advocaat wilde worden en COSA sloot daar goed op aan. Als advocaat verdedig je mensen in het voortraject en op de zitting. Het leek me mooi om ze ook te verdedigen bij de terugkeer in de maatschappij, waarbij je tegelijkertijd probeert de samenleving veiliger te maken door nieuwe slachtoffers te voorkomen.”
Na de kennismaking met COSA op het congres stuurt Sarah een ‘sollicitatiemail’ met haar motivatie naar Reclassering Nederland. Kort daarna doet ze tweedaagse training voor COSA-vrijwilligers. “Daar leer je meer over de achtergrond van zedendelinquenten en wat hun motieven zijn. Ook krijg je handreikingen over hoe je hen kunt begeleiden en gesprekstechnieken die je toe kunt passen in het contact”, vertelt Sarah.
Na een half jaar kan ze het geleerde in de praktijk gaan brengen. Haar eerste en tot nu toe enige cirkel start met 3 andere vrijwilligers. Samen met een gepensioneerde dame, een psycholoog in spé en een politieman, vormt Sarah een COSA-cirkel rondom een zogeheten kernlid. Het is een a-typisch kernlid want geen man van middelbare leeftijd, wat meestal het geval is. Nee, Mark is een jongere student veroordeeld voor het in bezit hebben van kinderporno.
Samen met haar medevrijwilligers sprak ze met het kernlid af in diverse horeca in de stad. “Dat deden we bewust, want hij moest uit zijn sociale isolement komen omdat dat het grootste risico op terugval gaf.” Hij moest van zijn zolderkamer af en leren contact te maken in het echte leven. In plaats van alleen via de games op de computer. Sarah: “De eerste keren kozen wij de cafés uit. Daarna kreeg hij de opdracht om zelf een leuk café of andere plek te vinden om af te spreken zodat hij zelf van tevoren ook op pad moest.”
In haar persoonlijke omgeving is Sarah er open over dat ze COSA-vrijwilliger is. Sarah: “Ik kwam bijvoorbeeld soms wel eens wat later op een borrel na een bijeenkomst. Dan vertelde ik dat ik nog vrijwilligerswerk had gedaan. Wanneer iemand vroeg wat ik dan deed, waren ze vaak wel verbaasd als ik vertelde dat ik COSA-vrijwilliger ben. Ik lichtte dan toe dat je als COSA-vrijwilliger geen buddy bent. Ja, je onderneemt ook leuke activiteiten met een kernlid. Maar daarbij ben je kritisch en let je op risicosignalen. Die moet je opvangen en benoemen om ervoor te zorgen dat iemand niet terugvalt. Meestal was het daarna voor mensen wel helder, maar de meesten blijven het bijzonder vinden dat ik het doe.
“Je hebt het over onderwerpen waar je normaal gesproken nog niet eens met je beste vrienden over spreekt”
Binnen een COSA-cirkel moet een kernlid gemotiveerd zijn voor deelname en open en eerlijk zijn over zijn gedachten, ideeën en seksuele gevoelens. “In het begin kon dat wel eens ongemakkelijk zijn” vertelt Sarah, “want je hebt het over onderwerpen waar je normaal gesproken nog niet eens met je beste vrienden over spreekt. En daarnaast moet je daarin ook dingen durven benoemen en door te vragen. Dat was voor hem ook best heftig denk ik want we zitten met z’n vieren tegenover hem, waarbij we natuurlijk van alles willen weten en gedragsverandering proberen te bewerkstellingen. We moesten er even onze draai in vinden.” Door haar werk als advocaat is Sarah gelukkig wel wat gewend en er is een goede klik met haar medevrijwilligers. Samen komen ze tot goede gesprekken met het kernlid. Ze doen verslag van de voortgang aan de reclassering middels contact met een zogeheten cirkelcoördinator en door het invullen van evaluatieformulieren over mogelijke risicosignalen.
Gedurende het COSA-traject ging het steeds beter met Mark. Alhoewel er ook momenten waren dat hij minder goed in zijn vel zat. Sarah: “Door persoonlijke tegenslagen kon hij soms een gevoel krijgen van: zak er allemaal maar in. Maar hij trok dan zelf aan de bel en vroeg of we met hem wilden afspreken. Degenen die konden spraken dan de volgende dag met hem af. Hij heeft geen terugval gehad. Zijn behandelaar bij de Waag (forensische instelling, red.) gaf ons ook aan dat hij geen pedofiele gevoelens heeft. Door een combinatie van eenzaamheid en pornoverslaving was hij steeds extremer materiaal gaan opzoeken. Zijn arrestatie was een keerpunt. De strafzaak heeft grote persoonlijke gevolgen voor hem gehad en zette zijn hele leven op zijn kop. Dit wil hij nooit meer meemaken, maar in zijn directe omgeving en familie is het gebeurde niet bespreekbaar.”
“Want veel zedendaders zijn zo vereenzaamd, die weten gewoon niet zo goed hoe ze met bepaalde situaties om moeten gaan”
Met behulp van COSA wilde Mark erover kunnen praten en ervoor zorgen dat hij niet nogmaals in dezelfde situatie zou komen. Een van zijn doelen was dan ook om een sociaal netwerk op te bouwen om niet opnieuw in een isolement te komen. En daar kon hij wel wat hulp bij gebruiken. Sarah: “We gaven hem handvatten voor een normale sociale omgang met anderen in het dagelijkse leven. Want veel zedendaders zijn zo vereenzaamd, die weten gewoon niet zo goed hoe ze met bepaalde situaties om moeten gaan.
Bijvoorbeeld: wat doe je als op een verjaardag binnenkomt en de hele kamer zit vol? Ga je dan de hele kamer af om een handje te geven? Of zeg je gewoon even ‘hoi! ‘tegen de hele kamer? Of hoe begin je een gesprek met een dame die je interessant vindt? Hij keek daarvoor ook YouTube-filmpjes met tips over sociale interactie, maar die waren niet altijd even realistisch waarop wij hem dan ook direct wezen. Dan had hij bijvoorbeeld gezien hij dat hij in de supermarkt maar aan dames moest vragen of ze koffie met hem wilden gaan drinken.” Lachend: “Nou, dan was onze reactie vaak meteen een reality check. Ik gaf hem dan terug dat ik daar niet echt op zou zitten wachten als ik met mijn mandje in de Appie aan het sjouwen was.”
Waren er ook zaken die Sarah lastig vond in het contact met het kernlid? Na een korte overpeinzing: “Ik ben een handen-uit-de-mouwentype en het was soms lastig dat hij een ander karakter heeft dan ik. Soms dacht ik: kom op nou! In het motiveren heb je natuurlijk allemaal fases. Eerst geef je tips en handvatten. Dan moet hij bedenken wat hij daarmee wil doen, dan een besluit nemen en ervoor gaan. Hij bleef soms heel lang hangen in de eerste fase. Zo van: dank voor alle tips maar ik doe er nog even niks mee. Niet dat hij niet wilde, maar het was een lastige omschakeling voor hem. Ik zat hem dan soms wel eens op de huid. Benoemde dat ook. Hij vond dat helemaal niet erg. Hij gaf juist aan dat dat hem alleen maar hielp.”
De inspanningen werpen hun vruchten af en na drieënhalf jaar wordt de cirkel positief afgesloten. Via een WhatsApp-groep waarin ook nog 2 andere vrijwilligers zitten, houdt Sarah nog contact met Mark. “We vragen elke maand wel even hoe het met hem gaat.” Sarah kijkt met een goed gevoel op terug op de COSA-cirkel. “Het heeft even geduurd maar we hebben Mark zien ontwikkelen van een stille, schuchtere jongen die vooral zat te gamen, tot een positieve jongeman die al het moois van het leven met 2 handen aangrijpt. Hij heeft veel stappen gezet. Is een nieuwe studie begonnen, heeft bijbaantjes gevonden, hij is gaan sporten, heeft hobby’s en is zelfs gaan reizen. Echt een totale omslag. Hij wilde ook graag een sociaal netwerk opbouwen. Wij hebben hem de handvatten gegeven maar hij heeft het zelf gedaan. Ja ik ben echt trots op hem, vind het heel gaaf om te zien hoe hij veranderd is.”
De namen Sarah en Mark zijn om privacyredenen gefingeerd.
Meer weten over COSA? Kijk op reclassering.nl/COSA
Interesse om COSA-vrijwilliger te worden? Vul het aanmeldformulier in en we nemen contact met je op. |
Lees meer
Lees meer