Hoe is het om een enkelband te dragen?
Lees meer
“Als iemand van een kliniek bezorgd belt zeg je niet: ‘Ik kom volgende week woensdag wel even langs.’ Nee, dan gaan we gelijk dezelfde dag nog om tafel.” Dat het helpt als je beide kanten van de medaille kent, blijkt maar weer eens uit het verhaal van Ruud Keijzers. Een jaar of 3 terug zegde hij zijn baan op als Psychomotorisch Therapeut in Forensische Psychiatrische Centrum de Rooyse Wissel en ging aan de slag als reclasseringswerker met als taakspecialisatie tbs/pij bij Reclassering Nederland.
Door zijn specialisatie werkt Ruud met reclassenten waarbij altijd (zware) psychiatrische problematiek speelt. Daarvoor volgen ze verplicht behandeling om zo via een tbs met voorwaarden of PIJ maatregel (“Zeg maar jeugd tbs”, licht Ruud toe) weer geleidelijk en veilig te kunnen terugkeren in de maatschappij. Ruud werkt daarbij intensief samen met de Forensische Zorg, wat de verzamelnaam is voor de instellingen die mensen behandelen binnen een justitieel kader. Sommigen van Ruuds cliënten volgen ambulante behandeling en hebben een eigen woning, anderen verblijven nog in een forensische Zorginstelling van de Dienst Justitiële Inrichtingen. Dit is afhankelijk van hoe ver hun behandeltraject gevorderd is. Ruud werkt dus met een doelgroep die menigeen als lastig of zwaar zou omschrijven. Ruud lijkt daar met al zijn ervaring net wat anders tegenaan te kijken.
“Tsja, lastige cliënten? Ik ben vooral heel nieuwsgierig naar wat het verhaal is achter het strafbaar gedrag dat iemand laat zien. 9 van de 10 keer heb je te maken met een heel triest dossier en een heel verwaarloosd persoon. Als je ziet hoe iemand is opgegroeid, kun je je soms ook afvragen of iemand überhaupt een eerlijke kans heeft gekregen.” Met die open blik gaat Ruud aan de slag om een band met een cliënt op te bouwen. “Ze zeiden in de kliniek altijd ‘goed contact is 90 procent van de behandeling’. Dat vind ik dus ook bij het reclasseringswerk. Deze cliënten hebben altijd moeite met het in vertrouwen nemen van mij en het justitiewereldje. Daar is veel winst te behalen. Dus moet je investeren in betrokkenheid, echt contact maken, een band opbouwen en er simpelweg er zijn voor de cliënt. Niet veroordelen, maar wel duidelijk zijn over de afspraken en voorwaarden en hem motiveren om zich daaraan te houden. Daarmee valt of staat het resultaat dat je gaat bereiken.”
Ruud licht toe: “Op die manier is de kans groter dat iemand wel naar je luistert als hij de voorwaarden overtreedt. Bijvoorbeeld als iemand z’n medicatie niet meer wil innemen. Dan kan ik zeggen: ‘Joh, je trekt echt aan het kortste eind, gebruik gewoon je medicatie en luister naar je behandelaar die het goed met je voor heeft.’ En dan nemen ze dat van me aan. Ik heb regelmatig meegemaakt dat ik zo een situatie kon de-escaleren. Dat iemand toch weer in behandeling gaat en zich aan de voorwaarden houdt die door de rechter zijn opgelegd en die de behandelaar graag wil zien. Als je als reclasseringswerker betrokken bent en iemand kan bewegen om zich te houden aan datgene waarvan wij hebben bepaald dat het goed voor hem is, dan ben je d’r.”
“Wat is dan Ruuds geheim voor het opbouwen van een band? Ruud: “Iedereen wil zich gehoord en gezien voelen, dat geldt voor jou, voor mij en ook voor onze cliënten. Dus ga je er naar toe als hij je nodig heeft. Laat je betrokkenheid zien, geef je vertrouwen en laat je zien dat je wilt dat het met hem ook zo goed mogelijk gaat. Zo ben je constant bezig met draagvlak creëren om verder te komen. En niet alleen bij de cliënten, maar ook bij ketenpartners. Als zij vragen of zorgen hebben neem ik dat altijd serieus en zorg dat we snel om tafel gaan zitten.”
Hoewel Ruud zich overduidelijk inzet om het tbs- of PIJ-traject te laten slagen, is hij ook nuchter over wanneer dat niet lukt. Ruud: “Er zijn helaas ook gevallen dat het simpelweg niet werkt. Dat je cliënten hebt die niet in de samenwerkstand willen komen. Die op een afdeling pre-delict gedrag laten zien. Denk aan verbaal of non-verbaal dreigend gedrag waarmee ze een onveilige sfeer creëren. Dan moet je ook voor de medewerkers van de forensische instelling gaan staan en hen laten zien dat we hun veiligheid serieus nemen. Wij zijn tenslotte de verwijzers.”
Dat Ruud zelf in een Forensisch Psychiatrisch Centrum heeft gewerkt draagt hier wellicht ook aan bij. “Ik ken de andere kant van de medaille en weet uit ervaring hoe belangrijk het is om niet te wachten tot er sprake is van een escalatie of crisis, bijvoorbeeld bij agressief gedrag. Je moet daar direct op reageren en tijdig in gesprek gaan om verdere escalatie te voorkomen. Tijdig anticiperen dus en de betreffende medewerkers serieus nemen. Ik zie hen ook als collega’s.
“Het uiteindelijke doel is niet het contact maken maar het monitoren van verminderen van het recidive risico.”
Wanneer dan de conclusie is dat tbs met voorwaarden niet meer verantwoord of haalbaar is, is het tijd om in te grijpen. Ruud licht toe: “Kijk, het uiteindelijke doel is niet het contact maken maar het monitoren van verminderen van het recidive risico. Persoonlijk vind ik dat heel leuk, maar tegelijkertijd ook het ingewikkelde ‘spel’ in ons werk. Enerzijds ben je bezig met het opbouwen van een band om zo mensen beter te kunnen te motiveren om te veranderen. Anderzijds ben je constant kritisch op risico’s en signalen en handel je daar naar. Het kan moeilijk zijn daar de balans in te vinden. Wanneer er geen sprake meer is van een gedegen risicomanagement en de risico’s op recidive toenemen, gaan we onder andere in overleg met de officier van justitie en Divisie Individuele Plaatsingen (DIZ). Een omzetting van de maatregel naar een tbs met dwangverpleging is dan vaak onvermijdelijk om de risico’s te kunnen controleren.”
Dat Ruud de veiligheid van de samenleving serieus neemt mag duidelijk zijn. Uiteindelijk zijn het de succesvolle trajecten waar hij zijn energie uit haalt. “Ik hoor mensen wel eens klagen over tbs. Gewoon opsluiten die hap! Maar die zien niet hoe waardevol dit systeem is. In Nederland hebben we ervoor gekozen om mensen niet allemaal levenslang op te sluiten. Dat lijkt me een teken van beschaving. Maar dan moet je wel iets met de mensen die de samenleving blijven verstoren. Die proberen we dus te helpen met behandeling en toezicht. Er zijn toch echt meer succesverhalen dan andersom. Daar doen we het toch voor?”
Ruud ten slotte met een glinstering in zijn ogen: “Ik heb veel cliënten gekend en begeleid die weer goed terecht zijn gekomen. Die de reclassering en de forensische zorg dankbaar zijn voor het vertrouwen en de hulp die ze hebben gekregen en maken dat ze weer kunnen lachen en een goede kwaliteit van leven hebben zonder in de problemen te komen met justitie of politie. Dat was zonder onze inzet nooit gelukt. Hoe mooi is dat?”
Lees meer
Lees meer