Zeven jaar onder toezicht en op de valreep toch weer verdachte
Lees meer
Hoe werkt een reclasseringstoezicht? En wat kun je verwachten?
Je krijgt een uitnodiging voor een eerste gesprek met de medewerker van de reclassering (reclasseringswerker toezicht) waarmee jij tijdens het toezicht contact hebt. In dit gesprek krijg je uitleg over hoe het toezicht werkt.
Jullie bespreken de opgelegde bijzondere voorwaarden die voor jou gelden. En je krijgt te horen hoe vaak jullie gesprekken hebben. We willen ook graag weten waar jij hulp of ondersteuning bij nodig hebt. Mocht je nog vragen hebben, dan kun je die uiteraard stellen.
Wij zijn verplicht om bij de start van het reclasseringstoezicht jouw wie je bent vast te stellen. We gebruiken daarvoor je vingerafdrukken en je identiteitsbewijs.
Je maakt met jouw medewerker van de reclassering een toezichtplan. Daarin staan de doelen waar jij aan gaat werken tijdens het reclasseringstoezicht. Je hebt regelmatig gesprekken. Dat zal meestal op een kantoor van de reclassering zijn. Telefonisch contact of een huisbezoek is ook mogelijk.
Tijdens deze gesprekken bespreken jullie hoe het gaat met de doelen uit het toezichtplan. Wat gaat goed? Waar moet nog aan gewerkt worden? Zo werk je samen om de kans zo klein mogelijk te maken dat je opnieuw een strafbaar feit pleegt. We controleren ook of jij je aan de bijzondere voorwaarden, regels en afspraken houdt.
Heb je problemen met bijvoorbeeld werk, wonen, verslaving, geldzaken of iets anders? Vraag je reclasseringswerker dan om advies of hulp. Die kan je in contact brengen met een organisatie die jou kan helpen.
Misschien zijn er mensen in jouw omgeving die kunnen helpen om aan de doelen van je toezicht te werken. Bijvoorbeeld een familielid, leraar of je werkgever. In dat geval kun je de reclassering toestemming geven om contact met hen op te nemen.
Niet meewerken aan je reclasseringstoezicht kan negatieve gevolgen voor je hebben. Als je niet meewerkt of de bijzondere voorwaarden niet nakomt, moeten wij dit melden aan rechter, officier van justitie of gevangenis die jouw bijzondere voorwaarden heeft opgesteld.
Dat kan betekenen dat je alsnog een deel van je straf moet ondergaan. Bijvoorbeeld een werkstraf of gevangenisstraf. Of het kan betekenen dat je jouw strafzaak niet meer in vrijheid mag afwachten.
Tegen het einde van het toezicht bespreken jullie hoe het is verlopen. Als je dan nog hulp nodig hebt, kan de medewerker van de reclassering je doorsturen naar een organisatie die je verder kan helpen. Is de vastgestelde periode van jouw toezicht voorbij? Dan ben je klaar met je reclasseringstoezicht. Je ontvangt daarover een brief van de reclassering.
VERA: Nou. Goeiemorgen!
CLIËNT: Goedemorgen.
VERA: Leuk dat je er bent en fijn dat je mee wilt doen.
CLIËNT: Ja.
VERA: We gaan elkaar een aantal vragen stellen en wat mij betreft aan jou de eer om te beginnen.
CLIËNT: Ja.
VERA: Dus pak er een, zou ik zeggen.
CLIËNT: Nog een voorkeur voor welk kaartje?
VERA: Kies jij maar.
(Beeldtekst: Was je altijd eerlijk tegen mij?)
VERA: Oeh, was ik altijd eerlijk tegen jou? Ja. Nou, uiteindelijk wel denk ik. Ik zou me kunnen voorstellen dat ik soms dingen even heb willen overwegen voordat ik er bij jou op terugkwam.
CLIËNT: Ja.
VERA: Hé, dus om het bijvoorbeeld eens met collega’s te bespreken en dan pas met jou er op terug te komen.
CLIËNT: Nee, snap ik.
VERA: Maar ik vind dat ook wel belangrijk om eerlijk naar jou te zijn.
(Beeldtekst: Vond je mij wel eens vervelend?)
CLIËNT: Nee, nee, nee. Het enige wat ik af en toe maar dat, heb ik denk sowieso. Dat heb je bij politiemedewerkers, dat heb je bij rechters, in deze zin ook bij anderen eigenlijk dat je gewoon onpeilbaarheid gelijk, dat je gewoon nog niet helemaal makkelijk kunt inschatten wat iemand nou van je wil of wat iemand daarmee gaat doen. Dus dat vind ik wel heel lastig. Nee, in principe niet, nee. Nee.
VERA: Mooi.
CLIËNT: Vind je mij af en toe wel vervelend?
VERA: Vervelend is een groot woord. Ik weet wel dat ik aan het begin bij jou moest wennen dat jij wel direct bent en ook wel vragen stelt. Van waar woon je en waarom doe je dit? En komt hier wel eens iemand… Hé, je had ook wel vragen over andere mensen, dus dat ik jou daar ook wel wat in heb moeten begrenzen.
CLIËNT: Ja, nee, dat klopt.
VERA: Van joh, nu gaan we het over jou hebben en dit is iets waar je geen antwoord op gaat krijgen. Dat is niet vervelend.
CLIËNT: Maar het is ook wel ongepast denk ik, dat je vraagt over andere cliënten.
VERA: Dat kan een beetje ongepast zijn. Ja, precies.
(Beeldtekst: Denk je dat ik uit de problemen blijf?)
VERA: Beetje een gewetensvraag, hè?
CLIËNT: Ja.
VERA: Ja, grotendeels wel, denk ik. Ik denk dat jij heel veel last hebt gehad van wat er is gebeurd, hé, dus de consequenties van dingen verliezen. Praktische dingen, maar ook mensen, contacten, je vrijheid door detentie. Dus dat je daar ook wel nog een keer over nadenkt voordat je weer de mist ingaat. En wat bij jou ook heel mooi is dat je heel erg bewust bent van het leed dat je hebt aangericht. En dat je dat fout vindt en dat je vindt dat dat niet meer mag gebeuren. En je hebt ook echt geleerd hoe je dat moet voorkomen. In die zin heb je veel signalen op groen staan.
(Beeldtekst: Welke tips heb je nog voor mij?)
VERA: Stabiel blijven.
CLIËNT: Ja.
VERA: Want ik denk dat als jij je leven blijft leiden zoals je dat nu hebt, dan zie ik jou echt niet zo snel weer de mist in gaan. Maar ik denk dat voor jou de valkuil d’r inzit dat als je allerlei dingen weer gaat verliezen als een relatie, een woning, werk, inkomen, dat je dan heel alert moet zijn. En wat ik jou zou gunnen dat is hé, waar we het net ook over hadden misschien los van of je wel of niet een delict pleegt, is dat je soms wat langer nadenkt.
CLIËNT: Dat is al mijn hele leven zo, dat zei mijn moeder al.
VERA: Ja.
CLIËNT: Eerst denken, dan doen.
VERA: Ja, precies.
(Beeldtekst: Ga je me missen straks?)
CLIËNT: Ja. Ja, nee, dat maakt het natuurlijk gelijk met mijn delict wel heel eng, maar nee. Nee, niet zo.
VERA: Ga je me missen? Ja, maar laat je me met rust? Dan zeg je ook ja.
CLIËNT: Absoluut, absoluut. Nee, in die zin niet nee, maar ik vind je wel heel waardevol, maar misschien de afgelopen jaren, ja.
VERA: Hmm.
CLIËNT: Het is drie jaar geweest natuurlijk, straks.
VERA: Drie jaar, ja precies. En dan wil je natuurlijk weten of ik jou ook ga missen?
CLIËNT: Ja, dat wordt een mooie.
VERA: Nou, je bent wel een leuke cliënt . In die zin, we hebben natuurlijk niet zo heel veel strijd gehad, dat ook wel eens fijn is, dat heb ik soms ook wel.
CLIËNT: Ja, dat vraag ik mij bij jouw werk wel eens af hoor. Dat je echt… Wat voor koekwausen soms wel niet voor je neus krijgt die echt, nou ja, ook echt dingen van je willen en dat jij vaak ook nee moet zeggen.
VERA: Ja, dat kan. Ja, dat hebben wij natuurlijk niet zo gehad. En nogmaals wat ik net ook zei, ik vind het bij jou wel heel leuk. Dat maakt dit werk ook heel leuk, dat je zo’n verandering hebt doorgemaakt. Dat je echt straks anders weggaat dan hoe je binnenkwam.
CLIËNT: Ja.
VERA: En nou ja, dat is leuk.
CLIËNT: Daar heb je wel aan bijgedragen.
VERA: Ja.
LEVENDIGE MUZIEK STOPT
(Outro deuntje van Reclassering Nederland speelt af.)
Concept, regie & edit: Peter van den Hoogen. Camera en licht: Bas Oeijen. Met dank aan reclasseringswerker Vera en cliënt. Muziek van PIxabay. Reclassering.nl.
Lees meer
Lees meer