Blog
Leo Demy

Demy en zijn leerzame werkstraf

Ik ga terug de schoolbanken in. Niet voor een opleiding, maar wel om iets te leren. Te leren over het straatleven, criminaliteit en gedragsverandering van de mannen van de straat zelf. Ex-criminelen die vanuit het project ‘Gestolen tijd’ van Stichting Surant voorlichting geven aan jongeren en jongvolwassenen, met als doel hen te behoeden voor de fouten die zij zelf ooit maakten.

De docent introduceert kort de drie grote brede mannen voor in de klas. Mannen die hun tijd inzetten om de jongeren waarin zij zichzelf herkennen te behoeden voor erger. Een van hen heeft vier jaar gezeten wegens een geweldsdelict. Hij kwam vrij, werd vader en wilde het anders gaan doen. De tweede ruilde zijn tbs in voor vrijheid. De derde man, is Demy.

Ter introductie wordt een filmpje getoond waarbij straattaal de boventoon voert. Het zorgt ervoor dat ik me oud voel en ik vraag me af of Google Translate me kan helpen. Er wordt kort geïllustreerd hoe jonge jongens de verleiding van het grote geld, dure kleding en drugs niet kunnen weerstaan met alle, voor ons voorspelbare, gevolgen van dien: politiecontact, een strafblad, geweld en afpersing.

De hoofdrolspeler in het filmpje zou de jongere Demy kunnen voorstellen. Ik weet dat hij zo in het criminele circuit is gerold. Zijn carrière eindigde niet als een loopjongen met grote schulden, maar als een van de kopstukken van een beruchte motorclub. Hij verbleef maanden in de gevangenis. Niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland waar hij maanden achter elkaar zijn (verloren) tijd doorbrengt.

De studenten kijken met volle aandacht naar de film die op zijn eind loopt. Demy kijkt op zijn telefoon,.. hij kent de film. Het is de film van zijn leven. Voor hem was het ooit realiteit. Wanneer Demy het woord neemt, worden de studenten stil. Een student stoot zijn klasgenoot aan en wijst naar zijn gezicht. Waarschijnlijk hebben ze het over de tatoeages die tot ver in de hals van Demy zichtbaar zijn, en zelfs op zijn hoofd heeft hij meerdere inkt patronen getatoeëerd.

Ik begrijp dat de studenten onder de indruk zijn van zijn verschijning. Ik was dat ook toen ik Demy voor het eerst zag in mijn spreekkamer. Ik sprak hem toen samen met mijn collega Leo (op de foto links, naast Demy), die werkt voor de werkstrafunit. De reden dat de paden van Leo en Demy kruisten kwam doordat die laatste een werkstraf opgelegd had gekregen. Er was alleen één probleem. Gezien het verleden van Demy, kon Leo hem niet in een groep buiten laten werken. Maar wat dan wel?

De oplossing kwam vanuit Stichting Surant. Een vrijwilligers organisatie die ex-gedetineerden helpt om terug te keren in de maatschappij. Een van de dingen die zij doen is voorlichting geven op scholen en in gevangenissen. De ex-gedetineerden, de échte boeven, vertellen wat je kan verwachten wanneer je je inlaat met illegale handel, delictpleging en straatbendes. Demy kon in plaats van schoffelen, voorlichting gaan geven.

Demy vertelt voor in de klas over de aandacht en die ‘liefde’ op straat, die hij kreeg door angst te zaaien. Deze ‘ liefde’ werd verdiend door “harder” te zijn dan de ander. Harder slaan, harder schreeuwen, harder zijn, geen emoties tonen en zero tolerantie.

 

Het is muisstil in de klas als hij vertelt over alles wat hij op zijn kerfstok heeft

De status die hem dat opleverde, het onoverwinnelijke gevoel van macht was verslavend. Het is muisstil in de klas als hij vertelt over alles wat hij op zijn kerfstok heeft. De manier waarop hij vertelt over het invalide schoppen van een inbreker komt overeen met de manier waarop ik mijn boodschappenlijst oplees. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is.

Na zijn leven als crimineel, toen hij besloot dat het mooi geweest was en hij een rustiger leven wilde lijden zonder steeds in en uit de bajes te moeten, kwam hij erachter dat er veel van die ‘normale’ dingen voor hem niet langer waren weggelegd. Zo kan hij kan geen verzekering krijgen of een huis kopen. Als voorbeeld vertelt hij hoe hij op Schiphol uit de wachtrij gehaald werd en net zolang ondervraagd werd tot dat hij zijn vlucht mist. Door zijn verleden wordt hij benaderd vanuit angst en oordeel. Hij zegt inmiddels niet anders gewend te zijn.

Soms lijken er tegenstrijdigheden in het verhaal van Demy. Zo vind ik het de eerste keer dat ik hem bij mij op kantoor spreek moeilijk te geloven dat deze man een normen en waarden pakket heeft dat niet veel afwijkt van die van mij. Hij vindt dat je ‘u’ moet zeggen tegen ouderen, dat je meteen in actie moet komen wanneer je moeder wat van je vraagt en dat mannen tegenwoordig respectloos omgaan met vrouwen. In één adem zegt hij: “behandel iemand zoals je zelf behandeld wil worden” en “degene die bij mij inbreekt gaat er invalide uit.” Voor hem zit het verschil in het feit dat die inbreker alle recht op een goede behandeling heeft verspild op het moment dat hij onuitgenodigd het huis van Demy insluip.

Wij, de studenten en ik kunnen denk ik nog wel uren naar deze man luisteren. Zijn verhalen van overleven en verlies. Zijn onnavolgbaarheid als het gaat om ‘goed en fout’.

We zouden bijna vergeten dat we in een ‘les’ zitten en dat het wenselijk is dat de studenten ook de gelegenheid moeten hebben hun vragen te stellen. Een van de studenten merkte op dat het leek alsof Demy het niet erg vond om vast te zitten. Demy lacht: “In mijn hoofd maakte ik verre reizen. Daarover had niemand controle, behalve ik. Al sloten ze mij twee maanden op in de isoleercel. Mijn gedachten hadden ze niet. Als je daar je controle over verliest word je gek.”

De studenten worden in de gelegenheid gebracht om vragen te stellen aan de mannen. De belangrijkste vraag is toch wel wat voor tips Demy heeft voor maatschappelijk werkers in opleiding. Het antwoord is helder: signalen die een hulpverlener, een docent of een ouder krijgt, moeten sneller leiden tot actie! De sleutel ligt in de samenwerking tussen de verschillende instanties. Het delen van informatie over een student of een buurtjongeren gaat over te veel schijven en veel te traag.

Demy: “Ik had gewild dat iemand mij had verteld wat dit wereldje inhield, misschien had dit mij op een ander pad gebracht.” En dat is precies de insteek van het project Gestolen tijd van stichting Surant tijd waarmee Demy zijn werkstrafuren vervult. Nieuwsgierig als ik ben verdiepte ik me in de geschiedenis van Surant. Ik sprak met  directeur Dew. Wat blijkt: de stichting vind zijn oorsprong ‘way back’ in de Bijlmerbajes. Dew licht toe: “In de jaren zeventig en tachtig kwamen er veel migranten van Surinaamse en Antilliaanse komaf naar Nederland om hier een leven op te bouwen. Dit lukte lang niet iedereen. Ze waren alleen en eenzaam en sommige raakte in de problemen of zelfs gedetineerd. In 1980 ontstond er een groep vrijwilligers die in de Bijlmer bajes op bezoek gingen degenen die daar behoefte aan hadden. Steevast op de vrijdagmiddag, twee uurtjes van ontmoeting, troost en hoop.” Surant was geboren.

Dew begon in 1998 bij Surant, eerst als vrijwilliger. In 2015 vroeg een gedetineerde hem of hij in het kader van zijn re-integratie iets kon doen voor de jeugd en jongvolwassenen die op het punt stonden het criminele circuit in te verdwijnen. Dit leek Dew een goed idee en samen met nog twee gedetineerden bedachten ze in samenwerking met de Dienst Justitiële Inrichtingen en het Ministerie van Justitie het project ‘Gestolen tijd’.

Dat brengt ons weer terug bij het verhaal van Demy. De film die de klas te zien kreeg blijkt het levensverhaal van een van gedetineerde die ‘Gestolen tijd’ hebben bedacht. De gedetineerden die met het geweldig dappere idee kwam hun pijn, hun fouten en hun verleden te delen met jongeren. Om zo te voorkomen dat jongeren dezelfde pijn zouden hebben, dezelfde fouten zouden maken en uiteindelijk een betere toekomst voor zichzelf te fixen. Dat laatste is dan weer straattaal.

Esther

Esther Vroegop

Esther Vroegop

Esther Vroegop werkt bij Reclassering Nederland. Ze is reclasseringswerker advies in de regio Oost. Voor een beetje humor, realiteitszin en loze breinpauzes schrijft ze blogs en artikelen. Met een vlotte pen geeft ze prachtige inkijkjes in de dagelijkse praktijk van het reclasseringswerk.

Geplaatst op 5 december 2022