Thee met een smaakje
'Willen jullie het nog eens proberen?' Na een tot dan toe wat gemiddelde werkweek, klonk de vraag mij als muziek in de oren. Als zorg en dwang op eenzelfde kruispunt komen, maar er is geen route om op uit te kijken, dan stap ik graag in de auto. Kijken of er verder genavigeerd kan worden. Noem het outreachend werken. ‘Ja!!’, was het volmondige antwoord. ‘Maar geef ons dan wel wat meer tijd.’ ‘Akkoord!’
‘Mag ik een bakje thee bij je komen drinken?’, vraag ik. ‘Ja hoor, wat voor thee drink je?’ Hij had al jaren geen theedrinker meer gehad. Dat bleek later wel uit het jaren’90 Pickwick pakje. Een afspraak was snel gemaakt en ik stap -na afstemming- in de auto, op weg naar Herman, voor een mens-tot-mens gesprek. In mijn rugzak draag ik mijn reclasseringsgereedschap en een klein beetje ervaring in de bemoeizorg.
Het beeld dat in mijn hoofd was ontstaan over deze man en zijn leefsituatie klopte. Het leven had zich opgestapeld.
hartelijk ontvangst
Door de wazige ramen zie ik een man die vriendelijk zijn hand opsteekt en er volgt een hartelijk ontvangst, waarna ik mij een weg baan door de obstakels, om plaats te nemen op een stoel, die zojuist voor mij is vrijgemaakt. Deze man krijgt weinig bezoek. Het beeld dat in mijn hoofd was ontstaan over deze man en zijn leefsituatie klopte. Het leven had zich opgestapeld. Hermans huis illustreerde zijn diepe pijn, wellicht ook zijn verzet. De tijd stond al een decennia stil en met alles wat zich opstapelde in huis en in zijn hoofd was er nauwelijks ruimte over. Onder alle (stof)lagen was een leven zichtbaar dat ooit goed en mooi was. Ik moest mij inhouden om niet gelijk aan te bieden om een aanhangwagen op te halen. Dat was overigens al eerder geprobeerd en had bepaald niet tot succes geleid. Ik snoerde mijn mond.
Herman beschikte over halsstarrige gedachten rondom zijn leed en alles wat zich hierna in zijn beleving ontketend had. Oude pesterijen, een gedwongen opname, een politiecontact en meer. Er moest vergelding komen. Hij zat gevangen in gedachten. Herman liep zijn race op geheel eigen wijze, maar feitelijk was de race al gelopen. Het was pijnlijk om te zien. Een dikke traan rolde over zijn wang. Ik voelde hem ook. Ik bood hem aan nog eens terug te komen. ‘Akkoord’. Er volgden meer huisbezoeken met een even hartelijk ontvangst. Het contact groeide en ik pakte mijn rugzak erbij. Daar zat in mijn ogen wat in dat hem kon helpen.
Een gepeperde zitting
Het moment dat er een besluit moest worden genomen was aangebroken. Ik sloot aan, dat hadden we afgesproken. We hadden een plan en advies opgesteld, met aandacht voor haalbaarheid en onmacht. Ter voorbereiding had ik Herman wat adviezen gegeven, waarvan ik al vermoedde dat deze weinig effect zouden sorteren. Wat volgde was een gepeperde zitting. Herman boos, rechter ook boos, voor de eerste keer tijdens haar loopbaan. Ze sloeg met haar hamer om hem tot de orde te roepen, maar Herman had het gaspedaal gevonden en goed ingetrapt. Had hij eindelijk een goed podium voor een vurig betoog over het onrecht wat hem was aangedaan en dan kreeg hij de ruimte niet.. De rechter besloot wat verhit tot het opleggen van de bijzondere voorwaarden, zoals door ons geadviseerd.
Wat blijft is de outsider
We hebben nog vele gesprekken gevoerd over zijn onrecht, maar ook over de openingen in het leven, als handreiking. Het was een moeilijk, maar mooi en ook dankbaar traject waarbij we hebben gewerkt aan meer ruimte, buiten de deur dan. Herman kreeg zijn rijbewijs terug. Dat hebben we gevierd, want successen moeten gevierd worden. Daarmee is een klein deel van de wond geheeld. Een stukje leven terug. En de justitiecontacten stopten. Wat blijft is de outsider, maar misschien moeten wij daar als maatschappij wat ruimte voor maken.
*Uit privacyoverwegingen is Hermans naam gefingeerd.
Wietske Hutten
Wietske is een bevlogen reclasseringswerker die in haar werk graag 'out of the box' denkt. Ze schrijft daar mooie verhalen over.