Blog
Adobestock 89705762

Tien jaar Top600 aanpak Amsterdam. Reden tot een feestje?

Bij de reclassering bestaan samenwerkingsverbanden al lange tijd. Het samenwerkingstraject ‘Justitie in de Buurt’ was, toen ik bij de reclassering begon te werken, mijn eerste ontdekkingsreis in die wereld. We voelden ons destijds echte ‘crime fighters’. Sinds 2014 ben ik een van de zeven Top600(1000) casusregisseurs van Reclassering Nederland en nog steeds fascineert mij het spel van samenwerking tussen de verschillende organisaties die samen het doel hebben om criminaliteit te voorkomen. Ik juich de huidige ontwikkelingen van het gebiedsgericht werken bij de reclassering toe en wij als Top600 regisseurs in Amsterdam zijn van mening dat wij hierin de reclassering wat te bieden hebben door onze ervaringen met tien jaar Top600 aanpak.

Achtergrondinformatie

In 2011 startte de gemeente Amsterdam onder burgemeester Van der Laan met de Top600 aanpak om de 600 meest criminele veelplegers in beeld te brengen en de recidivekans te verminderen. De personen die op de lijst staan, voldoen aan vastgestelde criteria. In de loop der jaren zijn de criteria aangepast, bijgesteld en uitgebreid. De aanpak is een samenwerking tussen de gemeente Amsterdam, met onder andere het Openbaar Ministerie, de reclasserings-, zorg- en jeugdorganisaties en de politie. Totaal hebben zich in Amsterdam meer dan dertig organisaties gecommitteerd aan de aanpak. De afspraken over de samenwerking en informatiedeling bij de uitvoering zijn vastgelegd in een convenant.

De Top600 werkt met een integraal plan van aanpak met interventies uit drie pijlers: Lik-op-stuk, combinatie van zorg en straf en de gezinsaanpak met betrekking tot (minderjarige) broertjes, zusjes en/of kinderen.

Over iedere persoon op de Top600-lijst wordt een basisdossier opgesteld en vervolgens krijgt de persoon een eigen regisseur uit een van de organisaties toegewezen door de Informatie Verzamel Groep (IVG). De IVG bestaat uit vertegenwoordigers van meewerkende organisaties en kijkt samen naar welke organisatie de beste kaarten heeft voor het welslagen van de regie. De toegewezen organisatie verdeelt het dossier onder haar regisseurs. Die regisseur stelt met het basisdossier, de adviezen van de IVG en in samenwerking met de interventieplegers een plan van aanpak op wat voorgelegd wordt aan het Interventie Toets en Advies Team (ITAT). Bij goedkeuring van dit plan van aanpak, is de start. De interventieplegers zijn professionals uit de diverse organisaties die al bekend waren met de Top600 persoon of die vanuit de Top600 aanpak ingezet zijn.

De regisseur bouwt en onderhoudt het netwerk, verzamelt en deelt ‘need to know’ informatie, zorgt voor een gezamenlijke focus, bewaakt het proces en neemt waar nodig het initiatief tot opschaling. Praktisch wordt dit voor een groot deel vorm gegeven in uitvoerdersoverleggen waaraan de op dat moment belangrijkste interventieplegers deelnemen. De regisseur is in principe geen mede-interventiepleger, maar kan indien noodzakelijk inspringen.

Casusregisseurs RN

Reclassering Nederland levert in totaal zeven regisseurs, die naast hun primaire taak als toezichthouder en/of adviseur voor de helft van de tijd casusregisseur zijn. Ook de verslavingsreclassering en de reclassering van het Leger des Heils leveren casusregisseurs. Wij zijn van mening dat wij, als regisseurs vanuit de reclassering, een unieke bijdrage leveren aan de Top600 aanpak. Wij zijn immers een van de weinige organisaties die zich al decennialang inzet op het gebied van de combinatie straf en zorg.

Wat maakt de aanpak bijzonder voor ons als regisseurs? De grote meerwaarde zit hem in de nauwe samenwerking met de verschillende organisaties. In dit samenwerkingsverband geeft iedereen voorrang aan de doelgroep om een op maat gemaakt plan van aanpak uit te voeren. Daarbij kijken we over de grenzen van de eigen organisaties heen en zijn wij altijd op zoek naar (creatieve) mogelijkheden om de persoon verder op weg te helpen of hem juist, ter bescherming van de maatschappij, vast te zetten. Hoe ver mogen/kunnen we gaan? Dat bepaal je voor een groot deel, samen met de interventieplegers, zelf. Zo ben ik vanuit Amsterdam naar het CJIB in Leeuwarden afgereisd met een dossier onder mijn arm om de mogelijkheden te bespreken met betrekking tot een hoge schadevergoedingsmaatregel. Ook werd een advocaat-generaal van het Hof door mij betrokken bij een uitvoerdersoverleg omdat we tegen wettelijke termijnen aanliepen die mijn plan van aanpak in de weg zaten. Kortom, doen wat nodig is, is voor ons als regisseurs het uitgangspunt.

Is dit altijd dankbaar werk? Zeer zeker niet!

Is dit altijd dankbaar werk? Zeer zeker niet! “De casusregisseur doet helemaal niks voor mij”, klinkt ons als zijnde casusregisseurs erg bekend in de oren (je voelt je dan overigens best in je hemd staan). Soms blijkt later dat er wordt bedoeld dat er bijvoorbeeld geen zelfstandige, volledig ingerichte woonruimte is gerealiseerd. Ook in de samenwerking met enkele directe collega’s werden wij aanvankelijk als pottenkijkers gezien en werd onze inzet als concurrentie ervaren. In de loop der tijd werd duidelijk dat wanneer een persoon bij de Top600 doelgroep hoort, het reclasseringswerk juist wordt vergemakkelijkt op het gebied van toegang tot informatie en inzicht, extra inzet en mankracht om te doen wat nodig is.

Wij hebben binnen de Top600 aanpak geleerd om met hele kleine stappen in je plan van aanpak tevreden te zijn en zo je motivatie en enthousiasme voor dit werk te bewaren. Wij realiseren ons wel degelijk dat wij het alleen met onze inzet niet redden. Intrinsieke motivatie van de ander (zowel top600 persoon als ketenpartners) is een essentiële voorwaarde om het plan van aanpak te doen slagen. Wij houden elkaar als regisseurs van Reclassering Nederland scherp en afgezien van het feit dat wij goed bereikbaar zijn voor elkaar, komen wij tweewekelijks bijeen voor enerzijds inhoudelijke vragen en casuïstiek, anderzijds het bespreken van de ontwikkelingen en processen.

Tien jaar wordt er met man en macht en met veel ontwikkelingen en inspringen op de actualiteiten, een bijdrage geleverd aan de aanpak. Het enthousiasme, de motivatie en de inzet zijn er niet minder op geworden. Dat geeft positieve energie en een saamhorigheidsgevoel om iedere dag weer je eigen steentje bij te dragen aan het geheel. Reden tot een feestje? Ik denk van wel: De aanpak is aangepast en bijgesteld, ook de doelgroep is uitgebreid. De organisaties in Amsterdam raken ingesteld op samenwerking en men kan elkaar beter vinden. Ook worden de voordelen van de Top600 aanpak voor de eigen organisaties duidelijker gezien. De regisseurs die bij de reclassering werken hebben voor onze nieuwe gebiedsgerichte teams ‘kant en klare’ netwerken.

Het is een feestje waard wanneer je na tien jaar nog steeds de veerkracht hebt, gemotiveerd bent en successen kunt benoemen. Laten we gaan voor een twintigjarig jubileum! Hoewel we dat als ’echte crime fighters’ wegens succes niet zouden moeten halen, toch?

Ghariba

Ghariba el Ghazaoui

Ghariba is reclasseringswerker in Amsterdam en casusregisseur voor de top600 aanpak.

Geplaatst op 30 november 2021