Nieuws
Ronald Kan Weer Lachen Zijn Taakstraf, Die 28 Uur Duurde, Is Ten Einde

Afsluiting van een taakstraf: het laatste gesprek

Het zit erop. Een handje. ‘Bedankt voor je inzet’. Misschien kunt u even een dikke viltstift pakken. De kop hierbij, ‘Kamps doet taakstraf’, dekt de lading niet langer. Het moet zijn ‘Kamps dééd taakstraf’. Het zit er namelijk op, die vrijwillige werkstraf.


Rechtbankjournalist Ronald Kamps hoort het de rechter week in week uit zeggen: ‘Ik veroordeel u tot een werkstraf...’ Om zelf meer te weten te komen over wát zo’n vonnis precies inhoudt onderging hij deze zomermaanden vrijwillig een aantal werkstraffen. Vandaag het slotdeel: het eindgesprek in Zwolle

De vrijwillige werkstraf is volbracht. Eén intake heb ik gehad, 28 uur gewerkt. Zeven verschillende werklocaties gezien. Ik heb ingepakt, geharkt, oud papier in een vrachtwagen gegooid en gaatjes in boekjes geprikt. Ik heb werkgestraften gesproken en werkmeesters. Aan het begin van dit traject zat ik met vragen. Hoe is het om zelf voor een rechter te zitten? Hoe verloopt het intakegesprek bij de reclassering? En hoe zit het met de werkstraf zelf? Ik zal niet zeggen dat ik na zeven taakstraffen de wijsheid in pacht heb. Ik heb een indruk gekregen hoe een werkstraf eruit ziet. Meer niet. Ik heb antwoorden op mijn vragen gekregen, maar er zijn ook nieuwe vragen bijgekomen. Vandaar deze negende aflevering; noem het voor mij part ‘Kamps vraagt door’.

Judith, Linda en Nico zijn mijn gesprekspartners. Ze zijn projectbeheerders van Reclassering Nederland. "Bestaat er zoiets als een eindgesprek voor werkgestraften?" begin ik als oud-werkgestrafte het gesprek. "Vroeger wel", zegt Linda. "Nu vindt dat plaats op de locatie zelf. Iedereen pakt dat anders op. Ze krijgen natuurlijk een handje. Worden bedankt voor hun inzet." Nu begreep ik dat sommige cliënten na hun werkstraf soms nog een bakje koffie komen doen. Even bijpraten. Werkmeester Joop kwam ze wel eens tegen in de stad. "Dan zwaaien ze naar mij. Hoor ik ze ‘Joop’ roepen."

Nico: "Het eerste gesprek op de locatie – dat blijkt wel – is wat dat betreft doorslaggevend." Judith: "De werkgestraften willen als een ‘normaal’ persoon worden gezien. Het gaat om bejegening. Dat ze daar niet als een misdadiger worden ontvangen."

Berichtjes

Linda: "Eén collega stuurt berichtjes naar haar cliënten met teksten als ‘Op de helft!’ en ‘Je laatste dag’." Van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) krijgt de werkgestrafte een brief met daarin de tekst: ‘Uw taakstraf zit erop’. "Ja, dat is wel wat killer." En de werkgestrafte zelf? "Die trakteren op zo’n laatste dag wel eens op gebak", glimlacht Linda.

Mijn drie gesprekspartners beseffen dat ze ook wat vragen van de mensen die al op de locatie zelf werkzaam zijn. Eén op de drie cliënten waar ze mee gaan werken is laaggeschoold, verslaafd, sociaal beperkt. "Het is belangrijk dat je dan niet alleen een contract met de directeur afsluit, maar ook de mensen van de werkvloer inlicht. Wat verwacht je van ze?" Judith: "In Almelo en Enschede bieden we een werkmeesteropleiding aan van vijf tot zeven dagen." Er wordt gekeken of iemand geschikt is om begeleiding te geven. "Onder onze cliënten zitten mensen die in de weerstand schieten of die het werk afwijzen. Hoe ga je daar mee om?"

Ronald kan weer lachen. Zijn werkstraf van 28 uur zit erop. (foto: Rob Voss)

Ronald kan weer lachen. Zijn werkstraf van 28 uur zit erop. (foto: Rob Voss)

Ik moet denken aan het antwoord van locatiemanager Bernard van Gelder van Vakmensen, die op een rustige manier zei: "Het is jouw feestje, jongen." Wanneer een cliënt niet wil, volgt een officiële waarschuwing, eventueel het uitzitten van de werkstraf. In de gevangenis.

"Hoe komen jullie aan jullie de projecten?" vraag ik. "We gaan soms zelf de boer op", zegt Nico. "Soms melden bedrijven zich via de site. Het gaat om eenmansbedrijven, stichtingen, commerciële bedrijven, maatschappelijke organisaties. Je treft stratenmakers die zeggen: ‘Geef mij ze maar. Ik zet ze wel aan het werk’." Nico trekt de schouders op. "Wij zitten wel aan bepaalde regels vast. Ze moeten natuurlijk ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel, ze moeten een bepaald maatschappelijk belang dienen en wij kijken of er begeleiding is. Dan doen we een bedrijvencheck, gaan langs, spreken mensen en zetten alles op papier. Die info sturen we naar de officier van justitie, die alles onder de loep neemt." Reclassering Nederland gaat niet over één nacht ijs.

Twee werkstrafmedewerkers komen erbij zitten. Het gesprek schuift automatisch op richting cliënten. Ze pakken eerst de nette klantjes bij de kop. Eén man had alleen maar driedelige pakken in de kast hangen. "Die zei na het intakegesprek: nu ga ik eerst een spijkerbroek kopen." Een andere man, keurig in colbert, had ook iets informeels aangetrokken voor zijn werk in het verzorgingstehuis; een spencer. "Zelf vond hij het waarschijnlijk heel casual."

Begraafplaats

Het andere uiterste was iemand die een intake had bij de begraafplaats. Een stukje verderop waren ze een graf aan het graven. Hij verscheen er in korte broek, slippers eronder. Een sigaret tussen de lippen om het plaatje af te maken. "We gingen naar binnen en hij flikkert die peuk op de grond. Toen heb ik gezegd dat hij die in het bakje voor de peuken kon doen. En dan leg je hem uit dat dit prima kleding is voor in je vrije tijd. Iets wat bij dit warme weer past. En dan maak je het beeldend. Dat er hier mensen komen om afscheid te nemen van een geliefde. Die huilend aan het graf staan. Dat iets nettere kleding dan gepast is."

"Ja," vult Nico aan, "je kunt er dus met gestrekt been ingaan, dat dit allemaal niet de bedoeling is, maar dat levert niets op." Hij geeft als voorbeeld een gesprek met een cliënt die in de vroege ochtend al duidelijk naar alcohol ruikt. Alcohol, een duidelijke no-go bij werkstraffen. Nico constateert de walm en confronteert de man ermee.

Feestje

"Zijn antwoord was dat hij gisteren een feestje had. Hij sprak over bier, laat thuis en laat in bed. Hij weet dat dit gelogen is en ik weet het. Daar kan je ’m mee confronteren, je kunt ook zeggen dat het bij de werkstraf wellicht handiger is om de avond ervoor géén feestje in te plannen."

"De opvoedende tips gaan soms tussen neus en lippen door. Puur naar de regeltjes kijken, daar help je niet iedereen mee", zegt Linda. De werkstrafmedewerkers: "Daklozen ruiken naar zwerver. Dan geven we ook aan dat het wellicht beter werkt als ze iets schoons aandoen. Kijken we of dat mogelijk is. En ja, na het gesprek doen we een raampje open."

In verband met de privacy zijn enkele namen gefingeerd.

Geplaatst op 9 september 2019