Nieuws
Johan Bac 6

Het geloof in strenger straffen is hardnekkig

In NRC staat vandaag, woensdag 10 februari, een opinieartikel dat onze directeur Johan Bac onlangs heeft geschreven. Hierin schrijft hij dat het strafrecht geen EHBO is. "Overschat het strafrecht niet, en belast de uitvoerders van de straffen niet eenzijdig met hoge eisen."

Het strafrecht haalt vrijwel elke dag het nieuws en vrijwel iedereen heeft er een mening over. Een week geleden waren het de avondklokrellen. De daders moesten keihard worden aangepakt, klonk het. Bij alle delicten die diepe wonden slaan, die ons confronteren met kwaad, verdriet en onmacht, is er de roep om hard aanpakken en streng straffen. Dat is begrijpelijk. En ook al dalen de criminaliteitscijfers en sloten veel gevangenissen het afgelopen decennium hun deuren, de onvrede over de (on)veiligheid lijkt niet kleiner te worden. Het antwoord is dan snel: meer strafrecht en zwaardere straffen.

Ik bespeur in de politiek, media en samenleving vaak een overschatting van de mogelijkheden van het strafrecht. Het achterliggende idee is dat naarmate we strenger straffen de hele samenleving veiliger wordt. Alles verwachten van repressie is echter zinloos en weinig effectief. Dat blijkt al jaren consistent uit onderzoek en ervaringen in het buitenland. Het is een recept voor frustratie, teleurstellingen en vervolgens een roep om nog hardere maatregelen. En – dit wordt vaak vergeten – het brengt agenten, officieren, rechters, reclasseringswerkers en advocaten in een frustrerende spagaat tussen de torenhoge verwachtingen van de samenleving en de dagelijkse praktijk waarin je ziet en ervaart dat de werkelijkheid veel complexer is. Het is roeien met de riemen die je hebt, terwijl de politiek eist dat je grote maatschappelijke problemen snel oplost. Ook als de echte oplossing buiten het strafrecht ligt.

Een korte blik op de verkiezingsprogramma’s van een aantal politieke partijen leert dat het geloof in een repressieve aanpak en de overschatting van het strafrecht niet zomaar verdwijnt: (nog) strenger straffen, (nog) harder aanpakken, ‘three strikes and you’re out’, taakstrafverbod, kaalplukken, enzovoorts. En passant wordt de vrijheid van rechters, en andere strafrechtbeoefenaren, om echt maatwerk te kunnen leveren ingeperkt. Het strafrecht op die manier inzetten en belasten doet geen recht aan de essentie ervan en kan leiden tot verder publiek onbegrip en onmacht bij professionals.

Uitvoering centraal stellen

Voor alle duidelijkheid: met mijn jarenlange werkervaring in het strafrecht ben ik de laatste om de mogelijkheden ervan te onderschatten. Het strafrecht kent ongekende opsporingsmiddelen en kan leiden tot lange vrijheidsstraffen, hoge boetes, jarenlange begeleiding en behandeling of ontneming van criminele miljoenen. Deze diep ingrijpende bevoegdheden, plus de bijbehorende rechtsbescherming van verdachten om er tegenin te gaan, zijn terecht in de wet opgenomen. Juist in een democratische rechtsstaat kunnen ze niet gemist worden. Maar: in het juiste perspectief. Waarin de telkens terugkerende wil tot strenger straffen de uitvoering ervan niet in de weg gaat zitten.

Om het strafrecht vanuit dat juiste perspectief in te zetten, heb ik een aantal suggesties. Erken ten eerste dat het strafrecht waarde in zichzelf heeft, om gerechtigheid te brengen in een individuele zaak. We hebben in Nederland uitstekende agenten, officieren, advocaten, rechters, reclasseringswerkers, etc. die ons vertrouwen waard zijn.

Maak ten tweede gebruik van wijkrechtspraak of mediation in zaken die de leefbaarheid van een gezin, straat, of wijk raken en die vragen om een snelle, laagdrempelige en praktische oplossing. Aangifte doen van een misdrijf is ieders goed recht, maar andere manieren van conflictoplossing zijn vaak sneller en effectiever. Dit soort zaken kunnen beter behandeld worden door de wijkrechter of problem solving courts, waarmee in het buitenland en sinds kort ook in ons land goede ervaringen zijn opgedaan. Recht in de wijk dus.

Geplaatst op 10 februari 2021