
'Ik kan me het delict niet herinneren'
De wetenschap weet inmiddels veel van het proces van vergeten en herinneren. Dat bleek uit de inspirerende uiteenzetting van prof. dr. Marco Jelicic, universitair hoofddocent bij de sectie Forensische Psychologie van de Faculteit der Psychologie en Neurowetenschappen van de Universiteit Maastricht en rechtspsycholoog.
In de interactieve bijeenkomst ging hij in op de mogelijke oorzaken van oprechte delictamnesie. Maar vooral stond hij stil bij de kenmerken van gesimuleerde delictamnesie. Want dat komt volgens hem in de praktijk veel meer voor dan we geneigd zijn te denken.
Jelicic is dan ook vurig pleitbezorger van het kritisch onderzoeken van geveinsde vergeetachtigheid. ‘De meeste personen die zich een – vaak ernstig – delict niet zeggen te herinneren, spreken niet de waarheid’, aldus Jelicic.
Kritisch onderzoeken van geveinsde 'vergeetachtigheid’
Tijdens de bijeenkomst kwamen verschillende methoden aan bod om gesimuleerde delictamnesie op een vrij eenvoudige wijze te detecteren. Zo kunnen verklaringen simpelweg worden vergeleken met kenmerken van authentiek geheugenverlies.
Er zijn zelfs verschillende beproefde tests beschikbaar waarmee sterke staaltjes acteertalent kunnen worden blootgelegd. Zo is het vrij onwaarschijnlijk dat een persoon bijvoorbeeld 24 uur van een dag kwijt is. Bij oprechte delictamnesie gaat het meestal om flarden die uit het geheugen zijn verdwenen.
Gerechtelijke dwalingen voorkomen
Reclasseringswerker Lesley Huls initieerde en organiseerde de bijeenkomst. Tijdens haar studie forensische psychologie constateerde zij dat wetenschappelijke kennis over delictamnesie nauwelijks wordt benut. Huls: ‘Ik werk sinds elf jaar voor Reclassering Nederland. Reden voor mij om deze bijeenkomst op te zetten was om relevante wetenschappelijke kennis breed te verspreiden en netwerkpartners bij elkaar te brengen. Deze kennis helpt om gerechtelijke dwalingen te voorkomen.’
Dat is meer dan gelukt. Verschillende organisaties kwamen op de bijeenkomst af, zoals de rechtbanken Gelderland en Overijssel, Openbaar Ministerie, politie Oost-Nederland en het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie. Ook diverse forensische behandelinstellingen en de andere reclasseringsorganisaties (SVG en Leger des Heils) waren van de partij.
Succes
De bijeenkomst bleek een succes. Rechter Julia Klep van Rechtbank Gelderland: Het onderwerp was de moeite waard en ik heb mensen gesproken van allerlei verschillende organisaties. Rechtbank Gelderland is altijd bereid om van gedachten te wisselen met de reclassering.’
Officier van justitie Karel de Valk: ‘Goed initiatief om de hele strafrechtketen bij elkaar te brengen en zo’n interessant en actueel thema te bespreken. Dit is zeker voor herhaling vatbaar!" André Cardol, regiodirecteur bij Reclassering Nederland: ‘Ik vond de lezing heel boeiend en de opzet om de discussie met elkaar te kunnen voeren eveneens.’ Paul Smits (klinisch psycholoog), NIFP: "De bijeenkomst was inhoudelijk zeer zinnig.'
Een interessant kijkje in de hersenen
Ook Sjef van Gennip, algemeen directeur Reclassering Nederland was vol lof: ‘Lesley is er in geslaagd een bioscoopzaal in Arnhem vol te krijgen. Niet alleen met reclasseringsmedewerkers, maar ook met vertegenwoordigers van onze ketenpartners. We kregen een interessante inkijk in de hersenen van de mens en oorzaken waarom verdachten delictamnesie simuleren. Voor mij ging op dit gebied een wereld open.’
Dat beaamt ook Ann Verhulst, beleidsmedewerker bij Reclassering Nederland: ‘Dit was een helder betoog over een boeiende materie dat alle toehoorders ongetwijfeld tot nadenken heeft gestemd.’
