Nieuws
Pieter Tops Bijgesneden

Maak kennis met Pieter Tops, nieuw lid Raad van Toezicht Reclassering Nederland

"Het grote geld van de drugshandel is enorm aanlokkelijk en trekt veel mensen aan die nou niet meteen geharde criminelen zijn. Om hen uit die wereld te trekken kan de reclassering een belangrijke rol spelen." Aan het woord is Pieter Tops, kersvers lid van de Raad van Toezicht van Reclassering Nederland. Als er iemand is die je alles kan vertellen over effect van de drugshandel in Nederland en de ondermijning die dit tot gevolg heeft, is hij het wel. Bekend van onder andere de boeken ‘De achterkant van Nederland’ en ‘Nederland drugsland’ die Tops schreef met journalist Jan Tromp en zijn onderzoek naar de handel in synthetische drugs en ondermijning in Nederland, is hij een veelgevraagd spreker en erkende autoriteit op deze gebieden. Vanaf 7 december versterkt Tops de Raad van Toezicht van Reclassering Nederland.

Hoewel hij inmiddels een bekende naam is rond drugscriminaliteit en ondermijning, was Pieter Tops aanvankelijk niet veel met deze thema’s bezig. “Ik ben ook geen criminoloog, maar bestuurskundige”, vermeldt hij voor de volledigheid. Na zijn promotie in 1990 bleef Tops lange tijd verbonden aan de Universiteit van Tilburg en had hij van 1994 tot 2018 een leerstoel als hoogleraar bestuurskunde. 

In 2002 werd Tops gevraagd om onderzoek te doen naar de ontwikkeling van veiligheidsbeleid in Rotterdam. Tops: “Een bijzondere en leerzame tijd, want dat was toen het epicentrum van veel verandering en dynamiek met de opkomst van Leefbaar Rotterdam en de moord op Pim Fortuyn." Na een paar jaar onderzoek publiceert Tops er een boek over: ‘Regimeverandering in Rotterdam, hoe een stadsbestuur zichzelf opnieuw uitvond’. Zo rond de tijd van het verschijnen van dit boek vraagt de politieacademie hem voor hun college van bestuur. “Ze wilden graag iemand aan boord die ze kon helpen met ontwikkeling van praktijkonderzoek aan de politieacademie. Naast dat ik geïntrigeerd was door de Politie als organisatie, want die heeft toch iets mystieks voor een buitenstaander, vond ik dat ik als hoogleraar bestuurskunde ook maar eens een keer moest gaan besturen.” Tops blijft daarnaast voor één dag er week verbonden aan de Universiteit Tilburg.

Voor 700 tot 900 miljoen euro aan hennepteelt

Als drugscriminaliteit in het zuiden van het land een steeds grotere rol gaat spelen begin jaren '10, doet Tops collega bij de Universiteit Tilburg, Toine Spapens, onderzoek naar de omvang en de impact van de hennepteelt in die stad. Hij presenteert zijn bevindingen in 2013. Daaruit komt naar voren dat er tussen de 700 en 900 miljoen per jaar in omgaat. Toenmalig burgemeester Noordanus vraagt Tops om advies en trekt ook aan de bel bij de media. Tops: “Het was moedig van de burgemeester om hiermee naar buiten te treden. Het was natuurlijk ook niet alleen een probleem van Tilburg.”

De hulpvraag van de burgemeester en het onderzoek van Spapens zetten Tops aan het denken.

“Ik bedacht me: ik woon hier, ik werk hier, maar ik merk er verder niks van. Hoe kan iets zo groot zijn en zich toch onttrekken aan het publieke oog?” Tops gaat op onderzoek uit en legt contacten in een beruchte Tilburgse ‘krachtwijk’. “Dat is een buurt waar veel gebeurt. Ter illustratie: toen er in 2005, nog ver voor mijn onderzoek, een politieactie in de wijk gehouden werd, kwamen daarbij 42 hennepkwekerijen en twee xtc-labs aan het licht.”

Tops ziet er een duidelijke historische verklaring voor. “Dit was van oudsher de wijk waar de ‘onmaatschappelijken’ werden gehuisvest. Die werden daar geconcentreerd, dan hadden anderen er minder last van. Er is ook wel begeleiding geweest, maar die is achteraf niet heel succesvol gebleken. Die mensen hebben geleerd hoe ze moesten overleven en voor zichzelf zorgen. Eerst scharrelden ze wat, bijvoorbeeld met oud ijzer. Maar toen rond 1980 de handel in amfetaminen opkwam en vanaf 1990 de xtc, werd er goed verdiend in de wijk.” ‘Dan konden wij ook eens op vakantie of een nieuwe auto kopen’, vertelden buurtbewoners Tops. Maar ook de sfeer in de wijk verandert, en niet alleen ten goede. “Want met het geld kwamen ook de conflicten”, vertelt Tops. In 2018 publiceert hij uiteindelijk hierover het boek ‘Een ongetemde buurt, achterstand, ondernemingszin en criminaliteit in een volksbuurt’.

Ondertussen komt Tops naar aanleiding van zijn onderzoek in contact met oud Volkskrant-journalist Jan Tromp wiens interesse ook uitgaat naar de grotendeels verborgen wereld van de grootschalige drugshandel in Nederland en de ondermijning die dat tot gevolg heeft. Samen schrijven ze daarover ‘De achterkant van Nederland, Hoe onder- en bovenwereld verstrengeld raken’. Het boek verschijnt in 2017 en wordt een bestseller.

'Is het echt zo erg?', vragen mensen me vaak. Ja, het is echt zo erg.

Het zijn productieve jaren voor Tops, die in 2018 met collega’s van de politieacademie het rapport ‘Waar een klein land groot kan zijn, Nederland en synthetische drugs in de afgelopen 50 jaar’ presenteert. In het rapport schatten zij de totale omzet, wereldwijd en in termen van straatprijzen, van de in Nederland geproduceerde amfetaminen en XTC criminelen op ongeveer 18.9 miljard euro. Zo’n 3 tot 5 miljard vloeit in de zakken van Nederlandse criminelen. Gigantisch dus. Burgemeester Femke Halsema van Amsterdam vraagt hen de omvang van de drugshandel in Amsterdam te onderzoeken en het 2019 gepubliceerde rapport ‘De achterkant van Amsterdam’ doet veel stof opwaaien. En in 2020 verschijnt het laatste boek van Tops en Tromp: ‘Nederland drugsland, de lokroep van het geld, de macht van criminelen, de noodzaak die te breken (en hoe dat dan te doen)’. Tops krijgt naar aanleiding van de publicaties veel verzoeken de bevindingen toe te lichten in verschillende media. Tops daarover: “Is het echt zo erg? vraagt men dan vaak. Ja, het is echt zo erg, moet ik dan antwoorden.”

Tops krijgt ook veel vragen over hoe die grootschalige drugshandel terug te dringen is. Als het gaat om mogelijke oplossingen ziet Tops ook veel aannames voorbijkomen. Bijvoorbeeld over dat legalisering alles oplost. Want zo neem je de drugscriminelen toch de wind uit de zeilen? “Dat is een misvatting want punt 1 het meeste is voor de export, punt 2 het is illegaal goedkoper aan te bieden en punt 3, men kan ongereguleerd veel sterker spul verkopen, denk bijvoorbeeld aan het THC-gehalte in wiet.”

De snelle en enorme winsten maken het een aantrekkelijke wereld voor beroepscriminelen

Toch is legalisering, maar dan in combinatie met een strikte regulering en bescherming van de legale markt één van de oplossingsrichtingen die Tops ziet. Daarnaast ziet hij van overheidswege graag ook meer inzet op ‘use reduction'. “Drugsgebruik is inmiddels een genormaliseerd fenomeen. Terwijl we als samenleving flink inzetten op het terugdringen van het gebruik van alcohol en tabak, doen we dat bij drugs niet omdat die al illegaal zijn. Terwijl er een omvangrijke wereld van gebruik is. En naast de negatieve gevolgen voor de eigen gezondheid dragen al die gebruikers, vaak onbewust, toch bij aan een naargeestige wereld met veel geweld .”

In van alle vormen van aanpak, repressie, preventie en legalisering, is één aspect cruciaal: het wegnemen van de financiële aantrekkelijkheid. “Als we dat niet doen zullen zowel repressie als alle positieve inspanningen uiteindelijk niet goed werken”, stelt Tops. “De snelle en enorme winsten maken het een aantrekkelijke wereld voor beroepscriminelen, waarbij ook speelt dat Nederland internationaal gezien relatief lage straffen voor drugshandel oplegt.”

De rol van de reclassering

Het snelle geld heeft ook een sterke aantrekkingskracht op allerlei randfiguren die nodig zijn om de productie en handel in stand te houden. “Die hoeven echt niet geronseld te worden” vertelt Tops. Degenen die daarvoor hun diensten aanbieden zijn aanvankelijk nog geen geharde criminelen, maar eerder ‘normale’ mensen die zo snel wat extra geld willen verdienen. “En de drempel is ook vaak laag, zeker als het gaat om hennep. ‘Het is toch legaal?’, hoor je dan vaak. In het tegengaan van die ‘olievlekwerking’ kan de reclassering een belangrijke rol spelen. Ik sprak ooit een teamchef van de politie van een middelgrote stad, en die vertelde me dat het criminele netwerk rond de drugshandel in zijn stad bestond uit ongeveer 75 man, waarvan hij er maar vier als echte criminelen bestempelde. Die moeten hard strafrechtelijk aangepakt worden. Maar wat met die andere 71 te doen, hoe krijgen we die uit de criminele invloedssfeer? Dus toen ik medio dit jaar de vraag kreeg of ik bij de Raad van Toezicht van Reclassering Nederland wilde komen, vond ik al snel dat ik dat moest doen. Want de sociale kant van de aanpak is ook heel belangrijk. Een aanpak waarbij je streng moet zijn maar ook moet helpen en perspectief bieden. Laat er geen misverstand over bestaan: daarin bepaalt de directie de koers van de organisatie maar ik denk vanuit de Raad van Toezicht graag mee. Ook ga ik graag binnenkort het gesprek aan met reclasseringswerkers. Ik hoor graag hun praktijkverhalen ideeën, dilemma’s en suggesties.”

Geplaatst op 8 december 2020