Nieuws
Johan 1200px

Ook na de coronacrisis moet de strafrechtketen ingrijpend vernieuwen

Algemeen directeur Reclassering Nederland en oud-hoofdofficier Johan Bac pleit voor een drastische vernieuwing van de rechtstaat. “De kunst is niet om meer te doen, maar ook om het innovatief te doen.” Juist nu de coronacrisis ook de strafrechtketen dwingt tot innovatief inspelen op de omstandigheden, moet het recht sneller, digitaler en minder bureaucratisch zijn loop krijgen.

door Johan Bac

De strafrechtspleging ziet er heel anders uit dan twee maanden geleden. Veel strafzaken vinden geen doorgang, opsporingsonderzoeken en aanhoudingen staan op een laag pitje. Duizenden werkstraffen zijn opgeschort. Gedetineerden krijgen geen bezoek. Veel slachtoffers moeten langer op de uitkomst van een onderzoek of zitting wachten. Verdachten verkeren in onzekerheid over hun strafzaak en strafrechtadvocaten zien hun werk in rap tempo afnemen. Dit alles bedreigt de kwaliteit van de rechtsbijstand. De coronamaatregelen zijn noodzakelijk, maar de gevolgen ervan voor de rechtsstaat op korte en langere termijn niet te onderschatten.

Wondermiddel
Steeds meer rechtspraak en overleg wordt inmiddels mogelijk gemaakt met video-verbindingen. Dit is zeker geen wondermiddel voor alle kwalen, maar de stappen van de afgelopen 4 weken zijn indrukwekkender dan die van de afgelopen 4 jaar. Ook bij de reclassering zitten we niet stil. We richten ons op onze toezichthoudende taak: controle en begeleiding van verdachten en veroordeelden die terugkeren naar de samenleving. Om die taak verantwoord voort te zetten zijn aanvullende innovatieve oplossingen bedacht - zoals digitale toezicht- en huisbezoeken. Ook zijn we aan het bedenken hoe we de '1,5 meter' werkstraf kunnen organiseren.

Toewijding
Aan de inzet en de toewijding ligt het niet, maar het is mijns inziens niet voldoende om de strafrechtspleging overeind te houden nu er een (almaar oplopende) achterstand is van tienduizenden zaken. Want er knaagt iets: de achterstanden en lange doorlooptijden bestaan al lang en zijn hardnekkig. Door de coronacrisis is het probleem niet veroorzaakt maar ‘slechts’ groter en zichtbaarder geworden. De strafrechtketen piept en kraakt al jaren en dat weten insiders als geen ander. De grenzen zijn bereikt, de werklast is hoog, en het geloof in de effectiviteit is onder professionals soms al ingeruild voor berusting of zelfs cynisme. Met als gevolg dat slachtoffers, nabestaanden, verdachten, veroordeelden en de samenleving nog langer moeten wachten op de gewenste rechtvaardigheid. Dat is slecht voor het vertrouwen in de rechtsstaat. En met een fikse recessie voor de boeg - met ongetwijfeld minder middelen voor de publieke sector - ook een garantie voor een vicieuze cirkel.

Innovatieve doorstart
Voor alle duidelijkheid, ik ben geen zwartkijker, maar iemand die al meer dan 20 jaar met hart en ziel in en voor de strafrechtketen werkt en veel partijen daarin van binnenuit kent. Ik weet hoe hard en toegewijd er elke dag wordt gewerkt. We hebben behoefte aan een intelligente, innovatieve doorstart na de coronacrisis.
Ik noem drie ideeën:

Een: we kunnen onmogelijk binnen redelijke termijn alle strafzaken op de plank naar zitting brengen, zelfs al zouden we dag en nacht doorwerken. We moeten oppassen dat we van de weeromstuit niet de lopende band van de strafbeschikkingen harder later draaien, hoe verleidelijk dat ook lijkt. Waarom voeren we niet in - zoals her en der overwogen wordt - dat de officieren van justitie, samen met verdachten en hun advocaat, en geadviseerd door de reclassering en slachtofferhulp, bepalen welke afdoening passend is? Wellicht kan de ZSM-werkwijze, waarbij ik jaren geleden nauw betrokken was, hierin een rol spelen, maar dan wel met een volwaardige rol voor de advocaat en de rechter? Waarin alle partijen dus in die uitzonderlijke omstandigheden zoeken naar redelijke, gedragen en rechtvaardige oplossingen.

Twee: maak ruimhartiger gebruik van mediation in het strafrecht. Er lopen al jaren experimenten die verdachten en slachtoffers - in verschillende stadia van het strafproces - met elkaar in contact brengen, onder deskundige begeleiding. Ze zijn veelbelovend maar te marginaal in een sterk gejuridiseerde strafrechtspleging. Dus waarom niet mediation als tijdelijke hoofdweg? Natuurlijk ken ik de bezwaren, maar als we potentieel herstel van verhoudingen tussen de meest betrokken partijen (slachtoffer en verdachte) behandelen als luxeproduct moeten we ons pas echt goed achter de oren krabben.

Drie: als zaken toch naar zitting gaan, is het noodzakelijk om de (vormen van) digitale rechtspraak met kracht door te zetten, waar we de afgelopen weken noodgedwongen mee hebben geëxperimenteerd. Niet voor alle zaken maar bijvoorbeeld wel voor de raadkamerzaken en relatief eenvoudige strafzaken die overzichtelijk zijn qua bewijs. Wat de reclassering betreft zouden we in kunnen voeren dat onze collega’s die adviesrapporten schrijven slechts via videobellen gehoord worden als getuige-deskundige op zitting. Dat spaart kostbare tijd die we als reclassering liever steken in het schrijven van andere adviesrapporten waar we nu niet aan toekomen.

Vertrouwen
Er zijn zeker meer fundamentele discussies mogelijk over hoe het moet met de strafrechtspleging op lange termijn, maar daar gaat het nu even niet over. Dit zijn maatregelen die morgen ingevoerd kunnen worden en een eerste bijdrage kunnen leveren aan een innovatiever strafrecht. Ik zeg niet dat alle zaken zich daarvoor lenen, en wil niemand de toegang tot de rechter onthouden, maar wat ik bepleit is dat we alle verstandige middelen moeten inzetten, zowel logistiek als innovatief, om de strafrechtspleging haar vitale functie te kunnen blijven waarmaken. Alleen op die wijze kunnen we het vertrouwen in de instituties van de rechtsstaat stutten.

“De kunst is niet om meer te doen, maar ook om het innovatief te doen.”
Geplaatst op 24 april 2020