Nieuws
Jeffrey Kijkt Toe Hoe Werkgestrafte Pallets Uit Elkaar Haalt

Lastig, zo’n taakstraf? ‘Nee hoor, zo pakte ik vroeger ook drugs in’

Ronald Kamps, rechtbankcolumnist van de Stentor, vraagt zich regelmatig af - als de rechter iemand een werkstraf oplegt - wat zo'n werkstraf nou inhoudt. Om daarachter te komen, neemt hij de proef op de som en gaat 28 uur werkstraf doen in het oosten van het land. Vandaag is hij in Nijmegen, waar hij een inkijkje krijgt in de wereld die werkstraf heet. "In de werkplaats mag je geen drinken en eten hebben. Dat gaat allemaal in je kluisje. Een mobieltje is ook verboden. Dat scheelt in de ruzies.”

Aan Teun Laurensen, medewerker werkstraffen, heb ik gevraagd of ik mijn eerste werkstraf een beetje verder weg uit mag voeren. "Ik ben redelijk bekend in de regio Zwolle, Zutphen en Lelystad. Kan dat? Ergens anders werken?" "Jawel", antwoordt Laurensen, "als je de werkstraf maar uitvoert. En je draait voor je eigen reiskosten op. Ja."

Om zijn mond verschijnt een glimlach. "We hadden een keer een bekende Nederlander die niet in zijn eigen stad wilde werken. Niet herkend worden, in de luwte werken, dat vond hij belangrijk. Op de locatie moest hij zich bij een loket melden. "Ik ben er", was zijn korte mededeling. "En wie bent u?", vroeg de medewerkster die zijn naam af moest vinken. "Ik moest mij hier melden", zei de bekende Nederlander. "En uw naam is...??" Teun moet er om lachen. "Hij wilde niet herkend worden, maar werd boos toen hij niet herkend werd."

Ik, de rechtbankcolumnist van de Stentor, rijd in de ochtendspits naar mijn werkstraf in Nijmegen. De auto laat ik achter op de parkeerplaats. Aan de buitenkant lijkt werkplaats de Hulzen op een grijze loods. Binnen heeft iemand zich met diverse potten verf behoorlijk uitgeleefd. Oranje, paars en geel: het is een kleurrijke bedoening. De werkgestraften moeten zich in de kantoorruimte, om 08.00 uur, bij werkmeester Jeffrey melden. Met pen noteert hij de tijd op de namenlijst. Het schrijfgerei gaat naar de mond. Zijn hand naar de wand.

Aan de muur een houten plankje met daarin twaalf spaanplaatschroeven. Kruiskopjes. Er hangen sleutels met gekleurde labeltjes aan. "Berrie, nummer 5", zegt hij tegen een cliënt. Hij richt zich tot mij. "In de werkplaats mag je geen drinken en eten hebben. Dat gaat allemaal in je kluisje. Een mobieltje is ook verboden. Dat scheelt in de ruzies."

Gele kaart
Jeffrey zet de tijden over in zijn notebook. "Zie je dit? Deze jongen heeft een gele kaart. Wanneer hij nog een keer te laat komt, is het rood. Dan kan hij vertrekken." Terwijl de mannen en vrouwen aan het werk gaan, leidt werkmeester Jeffrey mij rond. We beginnen in de kantine. De wand is opgeleukt met ingelijste spreuken. ‘Bij vlagen ben ik ideaal, alleen is het nu windstil.’ ‘Wie het laatst lacht, heeft geen humor.’ ‘Je moet niet steeds dezelfde fout maken, er is keus genoeg.’

Ik kom nog even terug op die gele kaart. "Wanneer we een kaart geven, volgt altijd een gesprek", zegt Jeffrey. "Hier draaien mensen mee met een beperking. En dan kan je aan alles denken. Een verstandelijke beperking, sociaal, mensen die geen geld hebben, personen met PTSS, verslaafden. Zo moeten verslaafden om 07.30 uur hun medicatie, hun methadon in de stad halen. Vaak hebben ze geen fiets. Omdat ze hier lopend naar toe moeten, lukt het ze niet hier om 08.00 uur te zijn. Dan zorgen we voor maatwerk; ze mogen later beginnen. Die tijd moeten ze later natuurlijk wel inhalen."

Ik heb ze hier allemaal wel gehad. Van de dakloze tot de man in het pak.

Opgerold
In de diverse werkplaatsen wordt gewerkt. Om grote rollen tape schuiven werkgestraften een papieren hulsje. Kunstgrasmatjes worden op maat gesneden en opgerold. Plakband om beide uiteinden en daarna kan het spul op een pallet. Een cliënt zit met een paar gegalvaniseerde buizen voor zich. Iedere buis krijgt een stickertje en dat stickertje wordt met een plakbandje vastgezet. Het is geestdodend werk. Door de boxen zingt Adele: Hello to the other side.

Achter de dikke, verticale, plastic flappen kan je de timmerwerkplaats vinden. "Hé leuk, kan ik hier een mooi meubeltje voor mijn tuin maken?", zei een cliënt ooit tegen Jeffrey. "Wat denk je zelf?", kaatste de werkmeester de bal terug. "Dat klinkt niet echt als een straf. Toch?"

Tjokvol
We lopen door naar het magazijn. Een gele heftruck neemt even pauze. Drie gangen met vijf stellingen staan tjokvol met ondervloeren voor parket, ronde rails, geluidisolatie, pallets met oranje rollen touw. Op zolder ligt de rest van de voorraad opgetast. De rondleiding zit erop. Samen met Huibert ga ik aan het werk. Het is de bedoeling dat vijf kunstgrasmatten mét en vijf matjes zonder noppen, samen in één plastic verpakking belanden. Huibert doet er eentje voor. "Het is eigenlijk vrij eenvoudig. Zo pakte ik vroeger ook drugs in", neemt hij zichzelf op de hak. Met plakband hecht hij het hele boeltje af. Huibert werkt lekker door. "Dan gaat de tijd tenminste wat sneller."

Zoontje
Hij vertelt over zijn zoontje van negen. "Vanuit de gevangenis zag ik mijn kind groter worden. Ik heb mijn hele leven vijf jaar in detentie gezeten. Ook een keertje in Duitsland. Dan kwamen mijn vrouw en zoontje mij dus opzoeken. We hebben maar tegen hem gezegd dat ik daar aan het schilderen was. Dat was eigenlijk ook zo. Toen ik voor de intake kwam, zag ik die oude zooi. Gaten, overal kieren, afbladderende verf. Ik vertelde dat ik schilder was. Gewoon een beetje bluffen. ‘Zo iemand kunnen we goed gebruiken’, zeiden ze. Ja, dat dacht ik al."

Huibert is 33 en hij heeft het wel gezien met die criminaliteit. "Ik dacht dat mijn zoontje het allemaal niet mee had gekregen. Maar laatst viel het woord ‘Duitsland’ en toen zei hij: ‘Daar heb jij gewerkt, hè pap’. Ja, dan ga je nadenken. Mijn vrouw heeft er lang alleen voor gestaan. Ik kan nu, als het over een kraak gaat, ‘nee’ zeggen. En ik slaap ook een stukkie beter."

Por geven
Jeffrey komt mij ophalen. Buiten kan ik ook aan de slag. "Mensen met PTSS kunnen niet tegen drukte. Die kunnen rustig in de tuin werken. Gras tussen de tegels uit, de haag knippen. Ja, sommige van de cliënten vinden dat moeilijk, werken. Die hebben dat nog nooit gedaan. Dan kan je ze natuurlijk een por geven, maar wat ook werkt is dit: je zegt tegen de groep dat zíj harder moeten werken omdat meneer hier op de hark hangt."

Jeffrey kent ondertussen zijn pappenheimers. "Ik heb ze hier allemaal wel gehad. Van de dakloze tot aan de man in het pak." Hij bedoelt waarschijnlijk ‘de bekende Nederlander’.

In verband met de privacy zijn enkele namen gefingeerd.

Dit verhaal is deel 2 van een serie, Kamps doet een taakstraf. Lees hier het eerste deel van de serie: de intake.

Geplaatst op 22 juli 2019