Nieuws
Locatiemanager Bernard Geeft Uitleg Aan Werkgestrafte Leon Bij Stichting Vakmensen In Zwolle (Freddy Schinkel)

Taakstraf in Zwolle: "Ik zit hier een beetje onterecht"

Ronald Kamps ontmoet een bekende bij zijn taakstraf in Zwolle. Hij was erbij toen Leon 120 uur werken kreeg opgelegd. Onterecht volgens Leon, maar over zijn werk is hij tevreden. "Ik ben wel trots op wat ik hier gedaan heb."

Rechtbankjournalist Ronald Kamps hoort het de rechter week in week uit zeggen: ‘Ik veroordeel u tot een werkstraf...’ Om zelf meer te weten te komen over wát zo’n vonnis precies inhoudt – en u daarover te kunnen vertellen – ondergaat hij deze zomermaanden vrijwillig een aantal taakstraffen Vandaag deel 8: Vakmensen in Zwolle.

Buiten bij arbeidscentrum Vakmensen in Zwolle, vlakbij de fietsenstalling, staat een reus van een kerel te roken. Hij komt mij vaag bekend voor, maar ik kan zijn gezicht niet een-twee-drie plaatsen. Hij draagt een wit T-shirt met daaronder een grijze joggingbroek. Uit de linkerzak steekt een duimstok. Ik zie de contouren van een rolmaat. Wanneer ik naar locatiemanager Bernard van Gelder vraag, stuurt de man mij naar binnen. Ik volg de vinger, inclusief het buiginkje in de top. Op het kantoortje krijg ik te horen dat mijn collega voor die dag, Leon, nog buiten staat.

Nu weet ik weer waar ik hem van ken, uit de rechtbank. Ik was er bij toen hij veroordeeld werd tot 120 uur werkstraf. Buiten drukt Leon (27) net zijn peuk uit. We gaan aan het werk.

Meubelmaker

Leon is een man van weinig woorden. Heel weinig. Bovendien weet je bij hem niet of hij al een punt achter zijn zin heeft gezet of dat er nog wat woorden volgen. "Ik ben scheepstimmerman", beantwoordt hij mijn vraag. Stilte. Hij kijkt mij met een paar bruine ogen aan. Net als ik hem de volgende vraag wil stellen, komt er een ander beroep langs: ‘meubelmaker’. Hij vult zijn woorden nog twee keer aan met de termen ‘fijnhoutbewerker’ en ‘betontimmerman’.

Leon is geen prater, het liefst laat hij zijn handen spreken. Bij Vakmensen is hij in zijn element. Van Bernard mag hij mij wel even rondleiden. Kan hij laten zien wat hij in die 120 uur allemaal heeft gemaakt. Drie grote productietafels waar je aan kunt staan of kunt zitten. Een houten stelling. Van ’n verfomfaaide metalen kast en een dito balie heeft hij met wat stellinghout ’n plaatje gemaakt. Wandjes zijn er uit de vingers gekomen. En bij de fietsafdeling, die opgeknapte tweedehands brikkies voor een leuk prijsje verkoopt, heeft hij nog een mooie balie gemaakt.

Ik bewonder de rode gloed die het hout uitstraalt. "Kersenbeits", houdt Leon het kort. "Ik zit hier een beetje onterecht", zegt hij als we aan een productietafel plaatsnemen. Een tafel verderop ligt een grote stapel met gele, plastic vierkantjes op tafel. Er staan cijfers op. Schijfjes die om een koeiennek, aan een halsband, een uniek nummer vormen. Ik zie handen die ze in houdertjes doen.

Elastiekje

Wij moeten de omslag van een boekje afmaken. Twee gaatjes stansen, een elastiekje erdoorheen en dit elastiekje aan beide kanten vastplakken met dubbelzijdig plakband.

"Ik hoorde wat kabaal", zegt Leon tussen twee gaatjes prikken in. "Ik ben naar buiten gegaan en daar werd ik aangevallen door een vrouw met een paal. Ik pak die paal af en zij valt. Met haar hoofd op een randje. Getuigen die erbij waren, zijn allemaal achter haar gaan staan. Ze zeggen dat ik haar geslagen heb."

Prik, gaatje, prik, nog een gaatje. Ik wacht tot het verhaal verder gaat. Prik, gaatje.

Als ik haar echt geslagen had, had ze wel meer dan een klein wondje op haar achter­hoofd gehad -Leon, werkgestrafte

"Ik ben een betontimmeraar. Als ik haar echt geslagen had, had ze wel meer dan een klein wondje op haar achterhoofd gehad." De grote man in Leon lacht voorzichtig.

"Ja, hij was een ontkennende verdachte", zegt Bernard van Gelder (53) erover. Bernard beseft dat hij het verhaal maar van één kant hoort. "Het boeit mij niet bijster veel. Ik heb het aangehoord en begrip getoond. Ik veroordeel hem niet. Het gaat er voor mij om dat hij deze werkstraf doet en daarna zijn leven weer op kan pakken. En als het op werken aankomt, wil ik er wel duizend zoals Leon. Echt."

Afspraken

Volgens Bernard werkt een taakstraf. "Een gevangenisstraf gaat nergens over. Het is jammer dat de maatschappij daar soms anders over denkt." Nu wil Van Gelder de zaken niet mooier maken dan ze zijn. "De vorige werkgestrafte speelde ons tegen elkaar uit. Had hij afspraken lopen met een collega van mij, andere afspraken met de reclassering gemaakt en tegen mij zei hij weer iets anders. Hij kwam uit de nachtdienst en dan lag hij hier bijna te pitten op de tafel. Toen ik hem aansprak, zei hij: ‘ik trek het niet’. ‘Prima’, was mijn antwoord. ‘Het is jouw feestje.’ Als iemand niet komt of zich zo gedraagt, snijd je jezelf in de vingers."

Tralies

Bernard, die in zijn jonge jaren zelf bij de reclassering heeft gewerkt, kent de regeltjes. Dan wordt het in zo’n geval of een officiële waarschuwing of, als het echt niet lukt, de tijd achter de tralies uitzitten. "Ja, soms moet je veel energie in iemand steken. We hadden er één die hier zijn taakstraf heeft afgerond. Uiteindelijk. Nadat vakmensen aan hem moesten trekken. Ja, de flexibiliteit kwam duidelijk van ons, niet van hem. Maar je weet ook dat het de maatschappij een godsvermogen kost als je hem terugstuurt. Reclassering, rapport, overleg, advocaat, rechtbank."

Voor Van Gelder is het balanceren omdat hij nu twee groepen bedient. "Vakmensen werkt met een kwetsbare doelgroep. Met mensen die begeleid wonen, mensen die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben, veelal met een GGZ-achtergrond. Die komen hier, halen we met het busje op en dan zijn ze bezig met een zinvolle dagbesteding. En die wil je beschermen. Ik wil geen gedonder aan de tafel."

Geen geld

Werkgestraften kunnen voor Van Gelder dus iets opleveren, een extra paar handjes. De kanttekening: "Dit gaat met gesloten portemonnees; we schieten er financieel niets mee op. Dat vind ik wel een dingetje. Ik probeer maatschappelijk verantwoord bezig te zijn door ze een plaats aan te bieden, maar daar staat geen geld tegenover."

Om 10.00 uur gaan Leon en ik aan de koffie. In plaats van een summier broodtrommeltje heeft Leon een hele koelbox bij zich. Het deksel gaat eraf. Ik zie yoghurt, een blik sardientjes, twee gekookte eitjes in een plastic zak, een nectarine, melk, een hele rookworst, smeerseltjes, een zak bruine bolletjes en een paar blauwe koelblokken om het zaakje koud te houden. Leon eet als een bootwerker, een betontimmerman.

Dit is trouwens zijn laatste dag bij Vakmensen. De taakstraf zit erop. Straks resteert hem nog één week vakantie en dan gaat hij weer aan het werk. Meer heeft Leon niet te melden. De magnetron zegt ping. Leon haalt de dampende rookworst uit de verpakking. Snijdt hem, om 10.00 uur ’s ochtends, in plakjes. "Ik ben wel trots op wat ik hier gedaan heb", luidt zijn slotwoord. Als dakpannetjes gaan de schijfjes op het bolletje. En Leon hapt.

In verband met de privacy is de naam Leon gefingeerd.

Geplaatst op 2 september 2019