Mark is reclasseringswerker in regio Oost en zit al vier jaar minstens twee dagen per week in een Penitentiaire Inrichting daar. Hij spreekt er gedetineerden en brengt advies uit aan de casemanagers van DJI. Sinds begin dit jaar is die samenwerking vele malen intenser: Mark maakt deel uit van een experiment waarbij gekeken wordt hoe een intensievere samenwerking tussen de reclassering en DJI kan bijdragen aan een beter detentie- en reïntegratietraject van gedetineerden die veroordeeld zijn voor zware geweldsdelicten of zedendelicten. “We zijn vooral gericht op risico-inschatting en een beter voorbereide toezichtperiode na detentie, maar ook hebben we veel oog voor de slachtoffers van deze mensen.”

Een voorbeeld van hoe deze intensievere samenwerking uit kan pakken, is die van een man die al tijdens zijn detentieperiode sterk naar jongere jongens toe trok. Mark: “Hij was duidelijk aan het groomen, zoals we dat noemen: jongens verleiden tot seks. Hij liep nog niet bij ons in toezicht, maar zijn casemanager vroeg me of wij als reclassering alsjeblieft nu al betrokken konden worden. Ik heb de casus toen samen met een toezichthouder opgepakt. Dus nu zitten we bij multidisciplinaire overleggen en spreken we frequent met de gedetineerde en met alle betrokken partijen. Het geeft zoveel informatie over hoe we straks, als hij vrijkomt, het toezicht kunnen insteken.”

Veel aandacht voor het slachtoffer

Een onderdeel van dit experiment waar Mark heel enthousiast over is, is de rol van het slachtoffer waar veel aandacht voor is. Mark: “We hebben hier een cliënt die veroordeeld is voor poging tot moord op zijn zus. Hij heeft al een heel aantal jaren gezeten en nu komt zijn voorwaardelijke invrijheidsstelling in beeld. Zijn zus is erg bang voor hem en wil dat hij een locatieverbod opgelegd krijgt, maar deze man wil absoluut niet aan de enkelband. Hij zit nog liever zijn tijd volledig uit dan dat hij buiten mag rondlopen met een enkelband om. Maar als hij zijn tijd uitzit, komt hij buiten zonder enige vorm van begeleiding van onze kant, wij kunnen geen toezicht houden als er geen voorwaardelijke periode meer is. Niet wenselijk, natuurlijk.”

Hem overtuigen zou niet lukken, dat voelden we wel

Het was een dilemma dat Mark besprak met allerlei professionals binnen de gevangenis die deze man goed kenden: zijn psychiater, de behandelcoördinator, zijn mentor en de casemanager. Allemaal schatten ze aan de kans op herhaling bij deze man zeer laag in. Maar ja, daar had het slachtoffer natuurlijk weinig boodschap aan.
Mark: “Hem overtuigen was echt geen optie, dat wist ik. Het enige wat ik kon doen, was met het slachtoffer praten.”

“Ze dacht dat het er in de gevangenis aan toe gaat zoals op TV"

In coronatijd is fysiek afspreken geen optie, dus er wordt een videobel-afspraak gemaakt met haar, de casemanager en Mark. “We legden haar uit wat we doen in de gevangenis, en merkten dat zij van de ene in de andere verbazing viel. Zij had het idee van gevangenissen zoals we dat kennen van TV: je zit er 23 uur per dag op cel, mag één uur per dag naar buiten, er zijn alleen maar vechtpartijen en onderlinge drugsdeals, en je komt er standaard slechter uit dan hoe je erin ging.”
Mark en de casemanager leggen het slachtoffer uitgebreid uit dat haar broer behandelingen krijgt, trainingen doorloopt en begeleid zal worden als hij weer op vrije voeten komt. Maar dat de voorwaarde dan wel is dat hij daar nu al, tijdens zijn Voorwaardelijke Invrijheidsstelling, mee start. Als hij zijn detentietijd uitzit, is begeleiding van de reclassering geen optie meer. “Ze hoefde er na onze uitleg geen seconde meer over na te denken: liever nu vrij met begeleiding van ons, dan over twee jaar zonder iets op straat.”

Gezamenlijk op zoek naar een oplossing die voor iedereen werkt

“Het was een prachtig voorbeeld van waar dit experiment toe kan leiden: samenwerking op alle gebied. Van de casemanager van DJI, de behandelaar, de psycholoog, de mentor, de reclassering en zelfs het slachtoffer; gezamenlijk kwamen we tot een oplossing die voor iedereen werkt. Ik ben blij dat dat is gelukt. Deze manier van werken smaakt naar meer.”