Wietske maakt als adviseur veel mee in haar spreekkamer of op locatie bij de cliënt. Ze schrijft er regelmatig over en vandaag delen we haar verhaal over haar cliënt Johannes.

“Johannes is een beer van een vent met handen als kolenschoppen. In aanleg een vriendelijke en innemende jongeman, totdat het zijn vermogen te boven gaat. In zijn ogen schittert een ondeugende en kinderlijke blik, met een vleugje wantrouwen.

Ik ontmoet hem in de forensische kliniek, vanwege een onderzoek naar een geweldsincident. Johannes had flink naar iemand uitgehaald vanwege onenigheid. Waar de woorden ophielden, begon hij te rammen.

Johannes was gewend zich met veel fysiek vertoon en de nodige superlatieven een weg door het leven te banen. Veel eten, veel drank, veel geluid, en veel geweld. Bij gebrek aan geld trok hij schuren open om op rooftocht te gaan naar drank, waarmee hij grote hoeveelheden fastfood wegspoelde. Vele contacten met justitie waren het logische gevolg, en een gedwongen opname op een gesloten afdeling bleek onvermijdelijk.

Johannes vond het fijn, de gesprekken met de 'dames van de reclassering'

Samen met zijn toezichthouder ging ik bij hem op bezoek. Dit was duidelijk niet de beste periode in Johannes leven. Hij was wantrouwend en bij tijden wat onvoorspelbaar. Gelukkig had mijn collega intussen een goed contact met hem opgebouwd, kon ze hem goed ondersteunen en ‘vertalen’. En Johannes vond het fijn, de gesprekken met ‘de dames van de reclassering’. De ene bulderende lach na de andere. Ik heb nog nooit iemand zo hard horen lachen en kon mijn lach zelf ook vaak niet inhouden.

Groenvoer voor een vleeseter

Maar op de afdeling vond hij het maar niks. Hij miste zijn moeder, kreeg ‘groenvoer’ en snakte naar een gezellig terras. Het was vrijheidsbeperking in de overtreffende trap voor Johannes.

Maar er moest iets gebeuren, dat zag hij zelf ook. Het leven moest verder in aangepaste vorm. Daar hoorden nieuwe ideeën bij. Alcoholarm bier opperde hij. In zijn ogen een goed alternatief, in onze ogen een makkelijke opstap naar meer. Johannes was echter wel aan het denken geslagen en één ding was zeker, hij wilde de mensen om hem heen geen pijn meer doen. En hij wilde zijn vrijheid terug. Perspectief.

Kort daarna hoorden we een immens kabaal en een hoop geschreeuw

Het werd een plan waarbij we langzaam aan, gecontroleerd, de teugels zouden laten vieren. We waren niet gerust over het alcoholgebruik en overwogen een alcoholband op te nemen in het plan van aanpak. Maar hoe zou dit vallen bij Johannes?

Twee weken later en na overleg met het behandelteam –dat de alcoholband ook toejuichte- stapte ik in mijn auto om naar de kliniek te rijden om het plan met hem te bespreken, samen met de toezichthouder. Investeren in duidelijk en goed contact was nu meer dan belangrijk.  Wat spannend bleef het wel.

Wat was er nou gebeurd op de gang?

Nadat wij plaatsnamen in de spreekkamer, werd hij opgehaald. Kort daarna hoorden we een immens kabaal en een hoop geschreeuw en rumoer. Foute boel! Vervolgens bleef het een tijd stil. Een korte blik werd uitgewisseld. Daarna kwamen Johannes en zijn begeleidster binnen. Er hing een aparte, wat onbestemde, sfeer. Eigenlijk wisten we ook even niet wat nu wijsheid was. Wel insteken op het kabaal of niet. Na de start toch maar de vraag. ‘Wat gebeurde er toch op de gang?’ Johannes begon te schaterlachen, zijn begeleidster vervolgens ook. ‘Ik moest een scheet!’, was het antwoord. En vervolgens waren we alle vier aan het schaterlachen.  Want zoals bij veel dingen in het leven van Johannes, bleek ook dit op zijn zachtst gezegd een krachtige ontlading.

Of het nu door het schaterlachen kwam of iets anders, Johannes ging akkoord met het plan én de alcoholmeter. Samen werken we nu aan zijn toekomst, zonder delicten, zonder alcohol maar mét perspectief.”