Al meer dan een jaar zetten collega’s Gisella Conrad en Raymond Swennenhuis zich in om de werkstraf in Suriname te introduceren. Na veel vallen en opstaan is de eerste werkstraf dankzij het Makandraproject een feit. Het Makandraproject is een samenwerkingsverband tussen Reclassering Nederland en de Reclassering in Suriname, geïnitieerd door het Nederlandse ministerie van Buitenlandse zaken. Vanuit Paramaribo blikken Gisella en Raymond terug.

Boots on the ground

Gisella vormt samen met haar collega’s van Bureau Buitenland het kernteam Makandra. Dit team bestaat uit hoofd Bureau Buitenland Jochum Wildeman, projectleider en beleidsmedewerker Raymond Swennenhuis en Michiel van Herpen, internationaal trainer en coördinator gedetineerdenbegeleiding buitenland. “Om de continuïteit van het proces te bewaken, was het voor ons belangrijk dat iemand aanwezig zou zijn op locatie in Suriname. Dit noemt Jochum ook wel ‘Boots on the ground’. Iemand die voor korte lijntjes kan zorgen. We merken dagelijks dat ter plekke aanwezig zijn enorm van meerwaarde is,“ vertelt Gisella. Toen Gisella werd gevraagd voor het project in Suriname, kwam ze al snel tot de conclusie dat zij de juiste persoon is. “De gedachte om deel uit te maken van het project maakte mij erg blij. Ik was benieuwd naar de werkzaamheden. Dit onder andere vanwege mijn Surinaamse afkomst, 16 jaar expertise in het reclasseringswerk en affiniteit met het land en de mensen.’’

Voordat Gisella vanuit Nederland naar Suriname vertrok, vond er een bijzondere gebeurtenis plaats. Iets meer dan een jaar geleden bracht een brede vertegenwoordiging van de Surinaamse rechtshandhavingsketen een werkbezoek aan Nederland. Volgens Gisella benadrukten de deelnemers tijdens het werkbezoek dat het essentieel is dat het project zou slagen. “Tot nu toe plukken we de vruchten van dit bezoek. In Suriname is er een enorme overpopulatie in de gevangenissen. Door beperkte middelen en een tekort aan reclasseringswerkers, is het moeilijk om het reclasseringswerk te versterken. In Suriname is het werk van de reclassering erg gericht op werken in de PI. Terwijl we in Nederland binnen en buiten de PI aan de slag gaan met cliënten. Omdat we in Nederland voorlopen op het reclasseringswerk, kunnen we onze ervaring delen en de krachten bundelen voor een sterkere reclassering in Suriname.”

Hetzelfde ‘reclasserings-DNA’

De Nederlandse expertise delen met Suriname was belangrijk zodat onder andere het werkstrafproject op de juiste manier van start kon gaan. Suriname kent de reclassering als ‘De Forensisch Maatschappelijke Zorg’. Het land heeft vanwege de zware economische omstandigheden en het gebrek aan maatschappelijk werkers niet alle middelen om de kwaliteit te waarborgen. De eerste acht maanden stonden voor Gisella daarom in het teken van deskundigheidsbevordering. De training motiverende gespreksvoering is gestart in samenwerking met Manon Tonnaar van de SVG Verslavingsreclassering. Daarnaast is de methodiek werken in gedwongen kader in Suriname geïntroduceerd. “De Reclasseringsacademie heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de trainingen voor de Surinaamse praktijk. Dianne den Hartigh heeft zich hiervoor ingezet. De deelnemers waren leergierig en de samenwerking vond ik prettig. Het spreken van dezelfde taal werkt in deze situatie in ons voordeel.”

De Surinaamse en Nederlandse collega’s van het Makandraproject leren van elkaar

Ook Raymond Swennenhuis speelde een belangrijke rol in het geheel. Raymond was betrokken bij de ontwikkeling van het Makandraproject. Als projectleider is hij ongeveer één tot twee keer per jaar in Suriname. Volgens Raymond hebben de reclasseringswerkers in Suriname en Nederland hetzelfde ‘reclasserings-DNA’. “De Surinaamse en Nederlandse collega’s van het Makandraproject leren van elkaar. Het is geen kopieer- en plakwerk. De uitkomsten van het project moeten werken in de Surinaamse omgeving,” vertelt Raymond. ”Het werk brengt ook de nodige uitdagingen met zich mee. De werkomstandigheden zijn in Suriname minder rooskleurig dan in Nederland. Hier in Suriname kan gewoon de stroom of het internet uren uitvallen. Of er is bijvoorbeeld geen vervoer om naar cliënten te gaan in de PI. Deze obstakels maken het lastig om gemotiveerd te blijven, maar als je daar moeilijk mee kunt omgaan word je doodongelukkig,” vult Raymond aan met een glimlach. “Als zoiets gebeurt moeten we creatief zijn. Daar zijn de Surinaamse collega’s best goed in. Zelfs toen we geen werkplek hadden, is de werkstrafpilot toch gestart dankzij onze goede contacten met het politiekorps. We kregen van de politie een ruimte toegewezen waar we met zijn allen aan de slag konden. Het is roeien met de riemen die je hebt.”

 

Een sterke reclassering is onmisbaar in een land

De werkstrafpilot

De werkstraf is sinds 2015 opgenomen in de Surinaamse wet. De uitvoering was nog niet mogelijk vanwege de beperkte middelen en het ontbreken van een wettelijk uitvoeringsbesluit. In Suriname wordt streng gestraft, ook voor relatief lichte vergrijpen. Het doel van de werkstrafpilot is een keerpunt initiëren en zo een start te maken met verandering. Het eerste werkstrafproject is gericht op het onderhoud en schoonmaken van het terrein van het ministerie van Justitie en Politie. Het tweede werkstrafproject is het schoonmaken van plantsoenen en bermen bij het onderdirectoraat Openbaar Groen, dat onder het ministerie van Openbare Werken valt.

De eerste werkstrafzaak is eind juni opgestart. Er werd gehoopt dat de instroom van werkgestraften hoger zou zijn, maar bij een nieuwe werkwijze is een aanloopperiode noodzakelijk. Hierin speelt geduld een cruciale rol. Dat brengt voor Gisella en Raymond een extra dosis spanning met zich mee. Het is wachten op de instroom van meer zaken. “Ondanks dat het Makandraproject tot eind 2024 loopt, zijn we in gesprek over hoe Suriname het reclasseringswerk verder- en door kan ontwikkelen. Je hoort de Surinaamse directeur Justitie van het ministerie van Justitie en Politie zelfs zeggen; ‘Een sterke reclassering is onmisbaar in een land’. Ik ben daarom vooral blij dat alle neuzen dezelfde kant op staan. Het duurt even om te komen waar we willen komen, maar dat vermindert mijn vertrouwen in het project niet.” zegt Gisella.

Waardering en succes

In Suriname zijn de reacties op de samenwerking enthousiast en wordt er veel waardering over Gisella uitgesproken. De Surinaamse maatschappelijk werkers en de Surinaamse leden van de stuurgroep reclassering zijn onder de indruk van haar toewijding en inzet. Gisella geeft aan dat als de instroom van de werkstrafpilot hoog genoeg is en volledig van de grond komt, dat het een echte doorbraak is voor Suriname. “Wat mij het meest trots maakt, is dat ik met mijn Surinaamse achtergrond mag bijdragen aan dit project. Ik als oud reclasseringswerker, die kan bijdragen aan een sterkere reclassering in Suriname.” De waardering die Gisella, Raymond en de overige betrokkenen ontvangen, motiveert om een positieve bijdrage te leveren aan de reclassering in Suriname. Gisella en Raymond kijken uit naar de verdere ontwikkeling van de werkstrafpilot en het maken van een nog groter verschil.