Zijn leven stond weer aardig op de rit, zo’n vier jaar nadat Wim (65) was opgepakt voor zijn delict. Hij ging eropuit met vrienden, was weer druk met de biljartclub, had het sjoelen opgepakt. Toch knaagde het. Vrijwilliger Esther: “Tussen de regels door merkten we dat Wim behoefte had aan een nieuwe liefde. Maar hoe hij dat moest aanpakken was hem een raadsel.” Wim: “Ja, ik zag mezelf toch echt niet in de kroeg wachten op een leuke dame, en op zo’n datingsite… Nee.” Dus wat dan? Zijn COSA-vrijwilligers boden uitkomst.

Drie jaar lang liep Wim in de forensische psychiatrie, waar hij ambulante hulp kreeg. Daar zag hij een lotgenoot die fanatiek aan het daten was. Wim: “Aan afspraakjes had hij geen gebrek, maar telkens kwam dan het moment dat hij over zijn delict moest vertellen en dan kapte hij het maar weer af. Dat hield me lang tegen om zelf op zoek te gaan naar de liefde. Want ja, dat is natuurlijk wel een ding, dat je de vrouw die je leuk vindt moet vertellen wat je gedaan hebt.”

COSA

Inmiddels was COSA in zijn leven gekomen. Al was het in eerste instantie met terughoudendheid. Wim: “Ik zag er het nut niet zo van in. Ik leg makkelijk contact, had veel kennissen, deed leuke dingen.” Maar in de loop van de tijd dienden zich enkele momenten aan die Wim deden beseffen dat oppervlakkige kennissen het ook niet zijn als je met iemand wil delen hoe je je écht voelt. “Eigenlijk was ik best eenzaam. Het duurde even voor ik dat inzag, maar toen heb ik me ook meteen opgegeven voor COSA.” Het bleek een gouden greep te zijn.

Zoals Wim er nu bij zit, zo troffen we hem niet bij onze eerste ontmoeting

Want Wims leven was radicaal veranderd. Door zijn veroordeling was na 40 jaar huwelijk zijn vrouw bij hem weg. Contact met zijn kinderen was er niet meer, zijn beste vriend was gediagnostiseerd met Alzheimer en hij had geen werk meer. Vrijwilliger Monique: “Zoals Wim er nu bij zit, zo troffen we hem niet bij onze eerste ontmoeting. Hij was ontzettend onrustig, gespannen, warrig. Een verhaal in chronologische volgorde vertellen lukte simpelweg niet. Hij was impulsief, had een laag zelfbeeld, zelfs suïcidale gedachten. We waren blij dat hij ons in zijn leven toeliet, en zijn samen aan de slag gegaan.”

En hoe zag dat er dan uit? Wim: “Ze leerden me keuzes maken. Voor mezelf opkomen. Ik leerde dat ik er mocht zijn. Hoe ik wat assertiever kon zijn, voor mezelf opkomen, niet meer zo pleasen.” Vrijwilliger Esther vult aan: “Je hebt ook geleerd keuzes te maken in je contacten: wie zijn waardevol voor me en wie niet? Dat is belangrijk.”

Tinder

En dan is daar die donderdagmiddag in mei, het jaar 2018. Wim zit op de bank met zijn vrijwilligers en één van hen, Jannes, oppert: “Waarom probeer je Tinder niet?” Jannes: “Ik zat zelf al een tijdje op Tinder en vond het een interessant medium. Waar Wim tegenop zag, ellenlange mails dichten of in de kroeg hangen op zoek naar vrouwelijk schoon, dat heb je niet met Tinder. Hier zijn leuke dames één swipe van je verwijderd.” Wim vult aan: “Nadat ze de app op mijn mobieltje hadden geïnstalleerd, was ik nog best sceptisch hoor.” Waarop vrijwilligers Esther als Monique tegelijk in lachen uitbarsten: “Maar in ons verslag van die dag is de laatste regel: ‘We lieten Wim deze middag al swipend achter op de bank!”

Wim, glimlachend: “Na het avondeten dacht ik: ik ga nog maar eens wat meer schuiven op dat ding.” Het is dan 18.00 uur. Rond 20.00 uur komt Mia langs en wordt zij naar rechts geschoven, de kant van ‘Ik vind je leuk’. Mia (70): “Mijn kleindochter had drie weken daarvoor Tinder op mijn telefoon gezet. Ik was er eigenlijk al een beetje klaar mee, want het ging me teveel om seks. Dus toen Wim langskwam tussen alle foto’s, moest ik wel even nadenken.” Maar uiteindelijk schuift ze hem toch naar rechts, tot groot geluk van beiden. Een week later is de eerste date gepland, vanzelfsprekend in overleg met de COSA-vrijwilligers. Jannes: “Als hij het over haar had, glunderde hij van top tot teen. We hebben menig appje mee mogen lezen en hem natuurlijk uitgebreid geadviseerd.”

Je wilt het niet, maar je gaat toch malen

Een week later ontmoeten Wim en Mia elkaar voor het eerst. Mia: “Ik was absoluut niet nerveus. Het was vanaf het eerste moment heel gezellig. We zagen elkaar om 20.00 uur en pas om 3.00 uur gingen we ieder weer naar huis.” Anderhalve week later zien de kersverse tortelduifjes elkaar voor de tweede keer. Wim: “En daarna zijn we nooit meer uit elkaar geweest.”

En dan komt het moment

Het moment dat Wim zo vreest dient zich langzaam maar zeker aan. In nauw overleg met zijn cirkel maakt hij een afspraak bij de instelling waar hij jarenlang ambulante hulp heeft gehad, om daar met Mia samen heen te gaan. Dat raadt COSA ex-delinquenten ook aan: er zijn daar professionals die een veilige, neutrale omgeving creëren en de situatie kunnen de-escaleren mocht dat nodig zijn.

De afspraak staat, maar gaat op het laatste moment niet door. Intussen heeft Wim Mia al gezegd dat er iets is wat hij met haar wil delen, maar dat bij zijn instelling wil doen. Of ze meegaat naar zijn afspraak. Mia: “Je wilt het niet, maar je gaat toch malen. Wat zou er aan de hand zijn, waarom kan hij het me niet gewoon vertellen? En doordat de afspraak werd verzet, zaten er maar liefst drie weken tussen Wims aankondiging en de afspraak. Ja, in die tussentijd had ik mezelf al aardig gek gemaakt.”

En dan loopt alles anders. Een kennis van Wim, die intussen ook Mia heeft ontmoet, praat haar mond voorbij en vertelt Mia over Wims delict. Mia: “Ja, dit was niet zoals Wim het bedacht had. Niemand had het zo bedacht. Hij had het me zelf moeten vertellen. Maar goed, ik wist het nu. En ik wist ook meteen: ik laat hem niet vallen. Iedereen verdient een tweede kans, en wie ben ik om hem hierom te veroordelen? Het is gek misschien, maar de persoon en het delict zijn voor mij twee aparte dingen. Ik heb voor Wim gekozen en daar blijf ik bij. Wat hij heeft gedaan is niet goed te praten en dat probeer ik ook niet, we stoppen het niet weg. Maar het is iets tussen ons twee.” Wim: “Soms is er opeens een aanleiding. Een foto, iets op TV. Dan hebben we het erover. Ik ben heel blij dat dat kan.”

Jubileum

Inmiddels zijn Wim en Mia een jaar samen. En ook al hebben ze het swipen helemaal zelf gedaan, ze dichten COSA toch een aardige rol toe in dit liefdesavontuur. Wim: “COSA heeft mij heel veel gebracht: zelfbewustzijn, een eigen ik. Ik denk nu na voor ik iets doe, en als ik ergens over twijfel bel ik Esther, die intussen mijn mentor is. Maar het mooiste wat COSA mij heeft gebracht, is mijn lieve Mia.” Hij kijkt haar aan, Mia knipoogt terug. Vrijwilliger Esther: “Wim is echt veranderd. Hij is zoveel rustiger”, waarop Wim antwoordt, met een twinkeling in zijn ogen: “Ik heb nu iets waarvoor ik leef. Daar word je vanzelf rustiger van.”

Geen nieuwe slachtoffers. Daar draait het om bij COSA, een methode voor re-integratie van zedendaders in de samenleving. Vrijwilligers vormen samen met professionals een netwerk rond een zedendader, de COSA-cirkel. 

Wil je meer weten over COSA-vrijwilliger zijn? Check dan deze pagina voor meer informatie en de mogelijkheid je aan te melden voor een gesprek