Enkele weken voor Kerst 2015 werd Erik (33) op het vliegveld van Beirut gearresteerd met een grote hoeveelheid drugs in zijn bagage. Bij de mogelijkheid om betrapt te worden stond hij voor vertrek nauwelijks stil. “Financieel had ik het krap en dacht ik niet na over de gevolgen; het enige wat je in je kop hebt, is geld.” Dit is het persoonlijke verhaal van Erik over zijn detentie in Libanon

Een half jaar eerder kwam Erik uit detentie en volgde hij aansluitend een verslavingsbehandeling. Daarna kwam hij in een opvangvoorziening: er was ondersteuning bij het dagelijks leven, dagbesteding en er werd gezocht naar een vaste woonplek. Ondanks deze positieve stappen hield hij toch contact met mensen uit de drugsscene. “Ik zat al lang in de handel, was daar geschikt voor omdat ik een ‘koele kikker’ kan zijn die nergens bang voor is.”

Al voordat Erik verslaafd raakte, liep hij al tegen diverse problemen aan. Op school ging het niet goed. “Theoretisch ben ik ‘nul’, maar in de praktijk een kei. Ik heb ADHD en ben verstandelijk beperkt.”
Erik raakte op 14-jarige leeftijd verslaafd aan drugs. Het begon met een blowtje, stappen met vrienden, pilletje, speed, cocaïne. "Ik gebruikte dagelijks, was naïef, zocht spanning en uitdaging”. Het was een leven met verhoogd risico, waardoor Erik in contact kwam met Justitie en de reclassering. “Ik leefde van een Wajong-uitkering, kluste wat bij en verdiende met handel in drugs. Ik heb veel verdiend, maar zat ook vaak zonder geld en had geen zelfstandige woonruimte.”

Hij nam een aanloop en trapte me onder in mijn rug

Erik denkt niet graag terug aan zijn Libanese avontuur. “Ik kwam in een cel met 25 mensen. Een speciaal politieteam deed het verhoor, ik ontkende, vertelde een verhaal en kreeg een klap voor m’n kop. Toen maakte ik een fout en zei: ‘Fuck you!’. Er kwam een grote kerel. Ik zat op een stoel zonder rugleuning. Hij nam een aanloop en gaf een trap onder in mijn rug. Ik kon nauwelijks meer staan of lopen; het hoofd van politie schrok en zei: ‘we take care of you’; ik kreeg pijnstillers en morfine. Op een fotoscan waren twee fracturen zichtbaar.” Erik heeft gedurende de gehele detentie en tot op heden last van zijn rug. Terug in Nederland liet een ruggenfoto zien dat er niets meer aan te behandelen valt.

"Ik heb veel geleden"

In de Roumieh gevangenis maakte Erik een heftige tijd mee. “Ik sprak de taal niet. Je wordt behandeld alsof je een ‘nul’ bent. In de gevangenis is veel corruptie. De gevangenen runnen de gevangenis. De bewaarders zorgen voor het binnenkomen van onder andere drugs, dat zijn hun bijverdiensten. Het was echt vernederend. Ik heb vaak gedacht er een einde aan te maken door me op te hangen. De keren dat ik het van plan was, liepen steeds anders; telkens was er iemand waardoor ik ervan afzag. Dat was wonderlijk. Ik ben ook verbaasd dat ik het heb overleefd; er waren veel vechtpartijen met messen waar ik tussen stond zonder dat ik gewond raakte.”
Erik had geluk dat hij goed overweg kon met ‘de baas’ van het complex waar hij verbleef. “Ik ben een ‘recht voor zijn raap’ type; dat viel goed bij de baas. Fysiek was ik gelukkig sterk, dat heeft me geholpen te overleven. Ik heb veel geleden."

Sta voor alles wat je doet

Het dieptepunt van zijn detentieperiode in Libanon was het bericht van overlijden van zijn vader. “Het overlijden van mijn vader zonder afscheid te kunnen nemen was een harde klap, maar ook wonderlijk. De avond ervoor voelde ik mij onrustig, waardoor ik met thuis ‘moest’ bellen. Ik kon mijn ouders niet bereiken. Toen kreeg ik mijn zus aan de lijn en zij vertelde dat mijn vader was overleden. Daar sta je dan, ik heb vijf minuten gehuild. Ik zat in een cel met buitenlanders. In de gevangenis mag je geen zwakte tonen, ik moest de knop omzetten en doorgaan. Het was een troost dat ik mijn vader enkele weken ervoor nog wel heb gesproken. Ik vroeg: ‘hoe gaat het?’ ‘Goed’, zoals altijd. Hij vertelde: ‘Sta voor alles wat je doet, ook wanneer je terug in Nederland bent’."

De ambassade heeft aanzien

De lichtpuntjes waren twee gedetineerden met wie hij goed overweg kon, een Syriër en een Zweed. Maar ook de bezoeken van de ambassade deden hem goed. “Het was duidelijk dat de ambassade aanzien heeft bij de mensen van de gevangenis. Je merkt dat buitenlandse gedetineerden met meer respect worden behandeld. Men wil geen problemen over mensenrechten. Ik kon alleen niet alles vertellen wat mij overkwam. Alles krijg je terug wanneer je praat over zaken die niet goed zijn”.

“Het bezoek van de reclasseringsvrijwilligers waardeerde ik, maar ik kon mijn problemen niet delen. Ik was wantrouwend naar hulpverleners. Ik probeer nu met een paar mensen meer te delen.”

Ik heb last van slapeloosheid, zie nog altijd de gevechten

In augustus 2019 werd Erik in vrijheid gesteld. Op Schiphol stond zijn moeder om hem op te halen. Tijdelijk kon hij thuis verblijven. Hij had zich al vanuit Libanon aangemeld voor nazorg bij de gemeente. Inmiddels woont Erik in een beschermde woonvorm. “Ik heb geluk gehad met de nazorgcoördinator van de gemeente Apeldoorn. Zij had alles al klaarliggen toen ik bij haar kwam. Zij had ook de mogelijkheid om direct dingen te regelen. Ze verdient een pluim! Mijn nieuwe begeleidster bij de beschermde woonvorm is ook iemand die overal bovenop zit en direct dingen regelt. Ik kan niet tegen onduidelijkheid, moet niet te veel in mijn hoofd hebben. De plaatsing in de beschermde woonvorm heb ik verder zelf geregeld”.

Slapeloosheid

“Ik heb last van slapeloosheid, zie nog de gevechten en mishandelingen in de gevangenis. Mijn hoofd is net een sneltrein. Daarvoor heb ik medicatie gekregen. Vorige week had ik een intake met de GGZ. Ik kreeg te horen dat ik een zware post traumatische stoornis (PTSS) heb. Na het gesprek was ik helemaal op, terwijl we niet eens heel inhoudelijk op alles zijn ingegaan”.
Erik heeft binnenkort een afspraak met een budgetcoach. “Ik wil graag dat al mijn vaste betalingen automatisch worden afgeschreven. Alles waar ik hulp bij nodig heb, wil ik regelen. Vroeger liet ik alles op zijn beloop, dat gaf veel problemen en onrust”.

“Ik wil niet meer terug naar waar ik was, ik heb mijn lesje geleerd. Ik ben gelovig geworden; in Libanon zijn wonderen gebeurd. Ik wil vergeven en uitvinden hoe ik in elkaar zit. Ik ben moe van mijn vroegere leven. Het klinkt gek, maar misschien had ik Libanon wel nodig om dat te ontdekken. Ik wil met mijn voeten omhoog op de bank. Liever zonder geld, dan weer terug.”

Bureau Buitenland begeleidt jaarlijks 2200 Nederlanders die in buitenlandse detentie verblijven. Vaak gaat het om mensen die net als Erik al voor detentie problemen hebben op meerdere leefgebieden. Bureau Buitenland staat deze gedetineerden en hun thuisfront bij met informatie, advies en ondersteuning.
De meeste gedetineerden verblijven binnen Europa in detentie. Ongeveer een kwart is verder weg gedetineerd zoals Erik in Libanon. In de landen buiten Europa krijgen gedetineerden vaker te maken met slechte detentieomstandigheden zoals Erik die beschrijft.
Bureau Buitenland meldt gedetineerden die daarmee instemmen aan bij de gemeentelijke nazorg van de gemeente. Vaak gaat het om personen die lange detenties achter de rug hebben en deze nazorg hard nodig hebben.