Vandaag eens niet een verhaal verteld door een reclasseringsmedewerker, maar door een oud-cliënt. Daniëlle verdween een aantal jaar geleden voor een jaar achter de tralies en besloot die tijd te gebruiken om aan zichzelf te werken en een opleiding te doen. Nu is ze sociotherapeut en biedt ze mensen de zorg die ze zelf zo hard nodig had toen het misging en ze in aanraking kwam met de reclassering.

Het is 1995 en Daniëlle is 15 jaar oud als misbruik door een vriend van de familie haar dwingt om haar heil elders te zoeken; thuis is ze niet veilig en wordt ze niet gehoord. Ze krijgt een relatie met een 27-jarige man en is nog vóór haar 18e verjaardag moeder van haar eerste kind. Een tweede en derde kind volgen al snel, maar met de relatie gaat het bergafwaarts. Bij de geboorte van haar vierde kind is ze al niet meer bij haar man, en probeert ze de eindjes aan elkaar te knopen in een flatje in het oosten van het land. “Ik werkte niet, kreeg een bijstandsuitkering. Ik kon het allemaal totaal niet bolwerken. Maar hulp vragen?  Ik wist niet waar ik terecht kon.”

Haar kinderen kreeg ze niet terug

Met haar tweede kind gaat het niet goed. Als die op zijn negende aangeeft dood te willen, besluit ze Jeugdzorg in te schakelen en komt zelfs pleegzorg kort in beeld. “Maar deze organisaties hebben alleen oog voor het kind. Mij werd geen hulp geboden.” Overplaatsing naar een andere school blijkt het wondermiddel voor haar zoon, maar intussen is Daniëlle aan het einde van haar latijn. “Ik móest tijd voor mezelf nemen en ging, in overleg met mijn ouders, zes weken naar een rustoord. De onrust moest uit mijn hoofd.” De tijd weg doet haar goed, maar bij terugkomst blijken haar ouders haar kinderen niet terug te willen geven en ligt er een klacht  bij de Raad voor de Kinderbescherming. Voor Daniëlle is dit de druppel.

Ze gaven me structuur en inzicht in mijn handelen

De gevangenisstraf bleek een zegen

“Ik kwam in een diepe depressie terecht. Ging het huis niet meer uit, deed voor niemand de deur open. Uit pure wanhoop heb ik mijn schuur in de brand gestoken, zodat íemand me zou opmerken. De politie kwam en ik kreeg een celstraf.” Voor Daniëlle bleek de celstraf een zegen. “Op de Forensisch Psychiatrische Afdeling waar ik terecht kwam, kreeg ik EMDR-behandeling voor de trauma’s die ik had opgelopen in mijn jeugd. Het leek wel alsof dikke wolken optrokken en ik weer blauwe lucht kon zien.” Richting het einde van haar straf komt Daniëlle in een begeleid wonen-setting terecht. “Eén van de vrouwen die daar werkten en de reclasseringswerker die zich over me ontfermde, hebben me enorm geholpen. Ze gaven me structuur en inzicht in mijn handelen. Nooit had ik door hoe enorm zorgmijdend ik ben, maar daar werd alles duidelijk. Het gaf me de mogelijkheid het roer om te gooien.”

Tips voor de reclassering

En dat doet Daniëlle. Ze doet een MBO-opleiding en slaagt. Gaat aan het werk bij GGZ-instelling Fivoor en woont al drie jaar in haar eigen huis. Via het ministerie van Justitie en Veiligheid geeft ze workshops binnen het programma Koers en Kansen. “Als ervaringsdeskundige vertel ik mensen uit het werkveld hoe ik hun hulpverlening heb ervaren. Bij de reclassering bijvoorbeeld denk ik dat het sterker zou zijn als ze hun interventies meer in overleg met de cliënt doen. Ik had niet het gevoel dat wat ík wilde ertoe deed, ze hebben het me nooit gevraagd.

Ook had ik het fijn gevonden als me wat meer uitgelegd was. Toen ik in de PI in Zwolle zat, had ik geen idee wat de reclassering deed, maar er was ook niemand die het me uitlegde. Het was me niet duidelijk wat het idee was van de gesprekken die ik met de reclassering had. Ik voelde me overdonderd.”  

Het contact met haar kinderen gaat steeds beter, op haar werk is ze op haar plek. Het gaat goed met Daniëlle. “Er zijn maar weinig ervaringsdeskundigen werkzaam in de forensische zorg. Ik heb het gevoel dat ik kan bijdragen. Voor het eerst in mijn leven voelt het alsof ik gehoord word.”

Meer over oud-cliënten? Lees dan dit verhaal over Nemo, die net als Daniëlle zijn leven compleet omgooide.