‘Is dat niet wat overdreven?’, vraagt projectleider Marco de Kok zich in februari vorig jaar nog af. Hij hoorde net dat regiodirecteur Erik Corten als inwoner van ‘brandhaard’ Brabant niet naar een landelijk overleg in Utrecht komt. Ruim een jaar later vertellen Erik en Marco in een video-call over een uitdagend jaar waarin door corona alles anders werd. Ook hun rol binnen de organisatie.

Eerst even terug naar dat overleg van februari 2020. De aanwezigen verbazen zich dan nog over het feit dat al die toch heel belangrijke projecten en andere onderwerpen ‘zomaar’ moeten wijken om het over de mogelijke impact van corona te hebben. Het is kenmerkend voor het toen nog breed gedragen gevoel dat het virus vooral een buitenlandse aangelegenheid was en het hier ‘allemaal wel mee zou vallen’. Erik verwoordt het treffend “We bleven in Nederland met z’n allen toch een beetje als een hert in de koplampen kijken hoe de pandemie langzaam maar zeker onze kant op kwam.”

“Reclasseringswerkers vonden vlot manieren om toch op een veilige manier hun cliënten te spreken”

Stroomversnelling

De eerste lockdown die vanaf 16 maart 2020 van kracht ging, bracht alles met een knal in een stroomversnelling. Want ineens moest er van alles geregeld worden. Thuiswerkvoorzieningen, sluiting van de werkstraflocaties en het op een zo veilig mogelijke manier voortzetten van het reclasseringswerk, om maar eens wat te noemen. “Het was de eerste periode dan ook echt crisismanagement,” licht Erik toe. Het is een tijd van veel onrust en behoefte aan duidelijkheid. Om dat in goede banen te leiden stelt de organisatie een kernteam samen dat besluiten neemt. Inhoudelijk experts adviseren het kernteam en haalden de vragen en ideeën op vanuit de werkvloer. En dat liep gelijk aardig storm.

Creativiteit komt los

Erik en Marco zagen het van dichtbij. Erik: “Niemand wist meer precies wat wel of niet mocht, dus overal werd toestemming voor gevraagd.” Marco vult aan: “Aanvankelijk leek iedereen een beetje lamgeslagen, maar al snel kwam veel creativiteit en initiatief los binnen de organisatie. Een mooi voorbeeld daarvan is dat een aantal werkmeesters ging helpen bij de uitvoering van urinecontroles binnen toezicht.” Reclasseringswerkers vonden vlot manieren om toch op een veilige manier hun cliënten te spreken. “Bijvoorbeeld door een wandeling te maken,” vertelt Erik. “Het was daarbij wel de kunst om de energie en ideeën die vrijkwamen in goede banen te leiden en te zorgen voor een landelijk afstemming. Daarom was het goed dat de besluitvorming bij het kernteam lag.” Soms betekende dat ook dat ideeën of suggesties van tafel gingen. “Bijvoorbeeld een touringcar huren om werkgestraften met voldoende afstand tot elkaar naar het groepsproject te kunnen brengen. Uit praktisch oogpunt niet slecht bedacht, maar qua uitstraling niet helemaal wat je wilt als organisatie,” licht Erik toe.

Weer vooruitkijken

Nadat in de eerste drie maanden de meeste vragen zijn beantwoord, de meeste ‘brandjes’ geblust en de locaties zijn ingericht op het werken op anderhalve meter ontstaat er in juni ruimte om vooruit te kijken. Algemeen directeur Johan Bac maakt Erik vrij van zijn rol als regiodirecteur zodat hij als landelijk coördinator aan de slag kan voor wat ‘de herstart’ genoemd wordt. Marco krijgt daarin de rol van projectleider. Op het gebied van toezicht en advies blijken de getroffen maatregelen en afspraken tot een zeker niet ideale, maar toch werkbare situatie te leiden. De instroom en voortgang op die ‘producten’ levert geen nieuwe acute problemen op. Qua werkstraffen ligt er medio juni wel een flinke uitdaging, en nog steeds. Want met de minister van Justitie & Veiligheid is afgesproken dat het niveau van de voorraad werkstraffen in december 2021 weer op het niveau van 16 maart 2020 moet liggen, het moment dat de werkstraffen officieel werden stilgelegd vanwege corona. In de praktijk komt die afspraak neer op het moeten doen van zo’n 5000 extra werkstraffen in 2021. Geen kinnesinne in coronatijd. Het ministerie stelt hiervoor extra geld beschikbaar, maar is het haalbaar?

Ongeveer de helft van onze externe projecten zit dicht, en het is nog maar de vraag wanneer ze weer opengaan

Tussen hoop en vrees

“Het is leven tussen hoop en vrees,” vertelt Marco daarover. “Want hoewel iedereen bij de werkstraf keihard werkt en een groep nieuwe collega’s is gestart, hebben we ook met tegenslagen te maken. Ongeveer de helft van onze externe projecten zit dicht, en het is nog maar de vraag wanneer ze weer opengaan. En de tweede golf en Britse variant maakte alles ook weer ingewikkelder, met name qua vervoer waarbij we moesten besluiten om tijdelijk maximaal twee in plaats van vier werkgestraften mee te nemen in een busje.” Toch zit de organisatie niet bij de pakken neer. Erik: “We hebben een landelijk acquisiteur werkstrafprojecten aangesteld om onder meer overeenkomsten te kunnen sluiten met landelijke organisaties. Onze projectbeheerders hebben veel nieuwe projecten gevonden maar dat is nog niet genoeg. Daarom doen we er alles aan om met onze eigen groepsprojecten zoveel mogelijk werkstraffen weg te werken. Met overboeking om uitval op te vangen, langere openingstijden, extra dagen openstelling en het werken in shifts bijvoorbeeld.”

Goed meegenomen

Er is dus ook veel gevraagd van medewerkers het afgelopen jaar. Niet alleen bij de werkstraf, maar ook toezichthouders, adviseurs en de ondersteunende afdelingen. Thuiswerken is daarbij voor velen al langer dan een jaar de norm, waarbij alleen bij echte noodzaak op kantoor gewerkt wordt. Erik en Marco kijken daarom met een goed gevoel terug op de communicatie binnen de organisatie. Erik: “Ondanks dat we met zijn allen ineens op meer afstand stonden zijn medewerkers zo goed als mogelijk meegenomen in de besluitvorming. In het begin ontvingen alle medewerkers daarover wekelijks een corona-update van onze algemeen directeur Johan Bac. Daarin stond naast de praktische informatie vaak ook een persoonlijke noot van hem of bijvoorbeeld een link naar een vlog waarin hij een uitgebreidere toelichting gaf. Later is de frequentie van de corona-update afgeschaald naar eens in de twee weken. Nu doen we het alleen na een persconferentie van het Kabinet. Op ons Digiplein (intranet, red.) kunnen medewerkers per specialisatie de handelingskaders terugvinden met de meest recente afspraken.

Gedeelde smart…

Tijdens het jaar blijkt ook de kracht van het delen van verhalen: Erik: “Onze afdeling Media & Communicatie heeft veel persoonlijke verhalen opgehaald over hoe collega’s het werken in coronatijd ervaren. Met aandacht voor de creatieve oplossingen die collega’s bedachten, maar ook de negatieve kanten. Want zo lang thuis moeten werken kan heftig zijn. Zeker voor collega’s die ineens hun werk moesten combineren met thuisonderwijs of de zorg voor jonge kinderen. En voor alleenstaande collega’s kan het eenzaam zijn. Het delen van verhalen daarover op ons Digiplein en via de updates heeft een belangrijke rol gespeeld bij het gevoel van verbinding en dat we hier met z’n allen mee moeten dealen.”

 

Als je ziet wat we nu allemaal voor elkaar krijgen met constant ‘de rem erop’, laat dat de flexibiliteit en gedrevenheid van onze organisatie zien.

Vruchten plukken

Hoewel er genoeg uitdagingen blijven, zijn zowel Marco als Erik positief over de toekomst. Marco: “Als je ziet wat we nu allemaal voor elkaar krijgen met constant ‘de rem erop’, laat dat de flexibiliteit en gedrevenheid van onze organisatie zien.” Erik vult aan: “Door corona zijn we met z’n allen gaan nadenken over hoe we dingen beter kunnen organiseren. Met elkaar, ketenpartners en in het contact met cliënten. Ondertussen hebben we wel ervaren dat het niet altijd per se nodig is om elkaar face-to-face te zien. We hebben daarvoor nu ook meer tools in onze gereedschapskist. Na corona kunnen we daar alleen maar de vruchten van plukken.”

Erik Corten versterkt per 1 maart 2021 als ‘directeur Operatie’ de nieuw vormgegeven directie van Reclassering Nederland. In die rol blijft hij zich inzetten om de uitdagingen van de coronacrisis in goede banen te leiden en onderhoudt hij hierover contact met het ministerie van Veiligheid & Justitie.

Dit verhaal is onderdeel van het Jaarverslag 2020