Naar de navigatie

Huiselijk geweld: “Ik had hulp nodig, en die kreeg ik gelukkig ook”

Als Mirjam Koen ziet binnenlopen op een verjaardagsfeestje in juni 2007, is ze zo van hem onder de indruk dat ze van plek verandert. Zodat de stoel naast haar voor hem vrij komt. 3 dagen later hebben ze hun eerste date, 3 weken later hun eerste vakantie samen. Ze kunnen hun geluk niet op. Maar in de loop van de jaren verandert dat, tot het in 2018 fout gaat. Koen komt onder toezicht te staan en volgt een groepstraining met andere mannen die te maken hebben gehad met huiselijk geweld. “Het ergste vind ik nog hoe de kinderen hieronder te lijden hebben gehad.”

Het leven dat zich voor Mirjam en Koen ontvouwt na die eerste ontmoeting, staat bol van liefde voor elkaar en voor hun 3 zoontjes. Maar het gaat ook zeker niet over rozen. Slapeloosheid, stress over verhuizingen, verbouwingen en tijdelijk logeren bij (schoon)ouders, onrust en opgefoktheid in Koens hoofd. Dat blowt hij weg met steeds meer jointjes, onbegrip over en weer en muren die opgetrokken worden. Het leidt tot een huwelijk vol spanningen. Koen: “Ik was zo ongelofelijk moe, en tegelijk zo onrustig. Ik was alleen maar aan het overleven.” Mirjam: “En ik voelde me op mijn beurt totaal niet gehoord. Als we samen thuis waren, zat Koen op de ene hoek van de bank tv te kijken en ik op de andere hoek met mijn mobiel te spelen. We waren uitgeput, chagrijnig en kortaf naar elkaar, en naar de kinderen. In niets leken we nog op dat stel dat 12 jaar geleden zo ontzettend verliefd was.”

“Als de emmer overloopt, dan knap ik”

En dan gaat het mis

Het is juli 2018 als alles escaleert. Misverstanden leiden tot een hoop geschreeuw en dreigementen en uiteindelijk slaat Koen Mirjam, waar de kinderen bij zijn. Koen: “Ik kan een hoop hebben, maar als de emmer overloopt, dan knap ik.” De politie is er snel bij en neemt Koen mee naar het bureau. Mirjam wordt samen met haar kinderen naar een Blijf-van-mijn-lijfhuis gebracht. Mirjam: “Het was gek, maar het eerste wat ik dacht toen ik daar aan kwam, is: ik wil Koen niet kwijt. En ook: wat gebeurt er nu, waar moeten we heen? Maar ik kon met mijn vragen nergens terecht, niemand wist het antwoord. Ik voelde me echt alleen op de wereld.”

Ik had hulp nodig, en die kreeg ik ook

30 kilometer verderop loopt Koen tegen hetzelfde aan. “Daar zat ik dan, in de bak. Ik kon me van mijn arrestatie niets herinneren, het was één grote waas. Maar wel wist ik: ik heb hulp nodig.” Na anderhalve dag in de cel mag Koen de gevangenis verlaten. Hij gaat naar zijn moeder, want hij heeft een contactverbod opgelegd gekregen van 90 dagen en mag dus niet in de buurt komen van Mirjam. Daarnaast moet hij naar het Spreekuur Huiselijk Geweld van de reclassering, naar de groepstraining Partnergeweld BORG, en hij krijgt 2 jaar toezicht. Het is precies de hulp die hij nodig heeft.

Triggers

Koen: “Tijdens de toezichtgesprekken bespreek ik vooral hoe het met me gaat. Bij de BORG-training leer ik mijn woede te kanaliseren en kijk ik naar wat mijn triggers zijn. Ook de ervaringen van de andere mannen in de groep zijn heel leerzaam. En Karin, mijn toezichthouder, heeft er samen met Veilig Thuis voor gezorgd dat het contactverbod eraf mocht. Ik wilde terug naar Mirjam, ik wilde met haar praten en haar laten zien dat ik er alles aan deed om nooit meer te vervallen in mijn oude gedrag. Dat kon niet als ik haar niet mocht zien. Karin heeft ons geholpen en daarmee alle verschil gemaakt.”

“Dat schoot er ook bij in: leuke dingen doen met de kinderen”

Samen ervoor gaan

Mirjam is net zo vastberaden als Koen om keihard te werken aan hun relatie. Ze gaat mee naar de toezichtgesprekken. “Volgens mij doet lang niet iedereen dat, maar ik vind het belangrijk om samen dit traject te doorlopen. Het levert ons beiden inzichten op in hoe we denken, wat we ergens van vinden en hoe we zijn, en dat zorgt echt voor een verdieping van onze relatie.”

Het stel heeft in hun beleving een draai van 180 graden gemaakt. Koen: “Alles wat ik meemaak bij de BORG-training vertel ik aan Mirjam. Ik ontdekte dat ik de enige ben in de groep die dat doet, maar dat boeit me niet. Blowen, alles opkroppen, een muur optrekken: dat werkt allemaal niet, dat hebben we wel ontdekt. Dus nu doen we het anders: we praten. Veel en vaak. En als ze thuiskomt, sla ik mijn armen om haar heen, vraag haar hoe haar dag was, en dan nemen we de kinderen mee voor een heerlijke wandeling in het bos.” Mirjam vult aan: “Dat schoot er ook bij in: leuke dingen doen met de kinderen. Maar nu wij alles weer op de rit beginnen te krijgen, hebben we daar ook weer meer tijd voor. We zijn dolgelukkig dat we er voor elkaar en voor hen weer kunnen zijn.”

In verband met de privacy zijn de namen in dit artikel gefingeerd.

Wil je meer weten over wat we als reclassering doen bij huiselijk geweld? Lees dan verder over de interventies die we bieden, samen met partnerorganisaties als Veilig Thuis.

Deel op