In Eindhoven komt een wisselend groepje mannen wekelijks bij elkaar. Onderwerp van discussie: hun aandeel in huiselijk geweld. De hulpgroep heeft al vijftien jaar succes met het doorbreken van negatieve patronen. De Volkskrant mocht een sessie bijwonen. Lees hier het artikel dat Volkskrant journalist Wil Thijssen erover schreef.

'Waarom schreeuwen vrouwen altijd zo?’

‘Ja, waarom gaan vrouwen altijd zo tekeer?’

‘Ik kan daar ook niet tegen. Ik schreeuw zelf nooit. Ik zeg vier keer: schreeuw niet zo. En de vijfde keer... dan ontplof ik.’

Het is dinsdagavond. In een grauw, sober zaaltje ergens in de gemeente Eindhoven komen zes mannen en twee trainers bij elkaar. Het is de Carrouselgroep, een unieke hulpgroep voor mannen die betrokken zijn bij huiselijk geweld. Bij hoge uitzondering en met ieders toestemming mag de Volkskrant eenmalig aanschuiven, mits de anonimiteit van de deelnemers wordt gegarandeerd.

‘Hoe vind je het hier?’, vraagt trainer Hanneke Geurts aan een nieuwkomer.

‘Heel lastig’, antwoordt hij. ‘Ik ben zelf hulpverlener, ik ben gewend andere mensen te begeleiden. En nou zit ik hier bij jullie.’

‘Kun jij bij familie, vrienden of collega’s je ei kwijt?, vraagt trainer Ruud Bexkens.

‘Nee, niet echt. Ik ben niet makkelijk als het heel persoonlijk wordt. Ik ben geen prater.’

Neerwaartse spiraal

Hanneke Geurts en Ruud Bexkens zijn conflictdeskundigen. Elke dinsdagavond leren ze mannen inzien wat hun eigen aandeel is in huiselijk geweld, en hoe ze dat negatieve patroon kunnen doorbreken. Want huiselijk geweld staat nooit op zichzelf, het is nooit één incident, maar een neerwaartse spiraal. En het gaat niet alleen om fysiek geweld; huiselijk geweld kan ook bestaan uit psychisch geweld (stelselmatig schelden, dreigen of vernederen), seksueel geweld, extreme controle, iemand van familie isoleren of bijvoorbeeld het afpakken van sleutels, paspoort of pinpas.

‘Mijn vriendin is verbaal heel erg sterk’, zegt deelnemer 5, die al een paar weken meedraait. ‘Maar ik laat me niet meer... – hij knipt vertwijfeld twee keer met zijn vingers – ... het bloed onder m’n nagels vandaan halen. Ik heb me nu voorgenomen: tot hier en niet verder, en anders stopt de relatie.’

Deelnemers aan de Carrouselgroep zijn doorgaans in aanraking met de politie geweest, maar niet strafrechtelijk veroordeeld. Zij komen hier vrijwillig, vaak na doorverwijzing door een hulpinstantie. ‘Wij spreken niet van daders’, benadrukt trainer Bexkens, ‘maar van betrokkenen. Want ruziemaken kun je niet alleen. Bij huiselijk geweld wisselen de rollen van dader en slachtoffer vaak. Het is niet zo zwart-wit als het misschien lijkt.’

Uit onderzoek uit 2019 blijkt dat de afgelopen vijf jaar 6,2 procent van de vrouwen en 4,7 procent van de mannen slachtoffer is geweest van fysiek huiselijk geweld. Dat zijn ruim 747 duizend volwassenen. Het werkelijke aantal is vermoedelijk veel hoger, omdat niet iedereen aangifte durft te doen, en omdat psychisch geweld in dit onderzoek niet is meegenomen.

Machteloosheid

‘Sorry dat ik laat ben, maar ik mocht niet weg’, zegt deelnemer 3. ‘Er is kort voor het weekend iets voorgevallen. Dus ik kreeg de autosleutel niet. Ik moest eerst sorry zeggen. Dan zeg ik sorry, want ik moet weg. Maar het klopt van geen kant.’

‘En waar denk jij dat het aan ligt?’, vraagt Hanneke Geurts.

‘Nou, niet aan mij’, antwoordt deelnemer 3. Hij struikelt over zijn woorden en schiet vol. ‘Ze vernedert me. Ik ben geen heilige hoor, maar het ligt echt niet alleen aan mij.’

‘Wat emotioneert jou nu zo?’

‘Ja, wat?’, stamelt hij. ‘De machteloosheid, denk ik. Het gaat steeds een poosje goed en dan... Ik vind het gewoon heel erg allemaal. Ook voor de kinderen. Er gebeuren dingen die ik totaal niet in de hand heb.’

Acht weken

De gemeente Eindhoven en de reclassering hebben de Carrouselgroep vijftien jaar geleden opgericht. Niet alleen omdat er weinig hulpaanbod is voor plegers van huiselijk geweld, maar ook omdat vooral mannen niet altijd makkelijk over zichzelf praten, laat staan over privéproblemen. Hier in Eindhoven komen wekelijks zo’n vijf tot acht deelnemers bijeen die ‘bereid zijn en de moed hebben om kritisch naar zichzelf te kijken’, zegt Geurts. Sommigen zijn hier voor het eerst, een ander voor het laatst. 

De naam ‘Carrousel’ slaat op het doorlopende karakter van de groep: de training is 45 weken per jaar op een vaste dag en tijdstip. Alleen de deelnemers rouleren – na de cursusduur van acht weken vertrekt een deelnemer weer, met advies op maat en eventueel een doorverwijzing naar aanvullende hulp. Bij de Carouselgroep zitten dus tegelijkertijd nieuwkomers en deelnemers die voor de derde, zesde of laatste keer zijn.

‘Wij gaan in acht bijeenkomsten je problemen niet oplossen’, benadrukt Ruud Bexkens, ‘maar we gaan met jullie kijken: waar zit je invloed, hoe kun je dingen voortaan anders doen?’ De groepstraining is een samenspel tussen de ervaringen van de deelnemers en de kennis en kunde van de trainers. Een probleem wordt besproken en heel praktisch geanalyseerd.

‘Je leert hier tegennatuurlijk gedrag’, zegt deelnemer 4, die hier zelfs al voor de negende keer is, omdat hij voor zijn gevoel nog niet klaar was. ‘Als mijn vrouw vraagt hoe mijn dag was, zei ik vroeger: goed. Als zij dan doorvroeg, raakte ik geïrriteerd – hup, ruzie. Tegenwoordig zeg ik: het is nu te druk met de kinderen. Als die straks op bed liggen, vertel ik je hoe mijn dag was, en dan zet ik er ook nog een kop thee bij. Ze merkt dat ik rustiger ben geworden, dat vindt ze heel prettig.’

Een relatieve nieuwkomer ontdekte voor het eerst, na ‘jaren treiteren door mijn ex’, dat er zoiets als hulp bij het vastgeroeste patroon van huiselijk geweld bestaat. ‘Voor mijn gevoel zwem ik al jaren in de Atlantische Oceaan’, zegt hij, ‘en dit is het eerste eilandje dat ik tegenkom om op te klimmen en even te ademhalen. Ik heb geen verwachtingen van jullie, maar ik merk wel dat ik het fijn vind om te horen dat ik niet de enige ben.’

Geen wachttijd

Omdat de training doorlopend wordt gegeven, is er geen wachttijd. Als ergens op zondagavond een geweldsincident is waarvoor de politie wordt gebeld, ‘zit zo’n man hier al op dinsdagavond met een kras in zijn gezicht, een kapotte bril en een huisverbod’, zegt Geurts. ‘De helft van de groep zit in zo’n crisis. Zelfs bij de huisarts kun je niet zo snel terecht. Onze deur staat altijd open.’

Niet iedereen is hier welkom. Voorafgaand aan de cursus worden de deelnemers gescreend. Reclassering Nederland verzamelt informatie zoals geweldsmeldingen, eventuele informatie van maatschappelijk werk, politie of andere hulpinstanties, en beoordeelt daarna in een persoonlijk gesprek of de kandidaat gemotiveerd is om zijn eigen gedrag onder ogen te zien, want dat is een vereiste. Dat is verrassend vaak het geval. Geurts en Bexkens herinneren zich een deelnemer die overal te boek stond als agressief, hij had meerdere locatieverboden en een fors strafblad. ‘Die meldde zich hier iedere week keurig en zei na afloop tegen ons: jullie zijn een godsgeschenk.’

De training is niet voor mannen die hun eigen aandeel categorisch ontkennen, niet voor mannen met psychiatrische of verslavingsproblemen en niet voor mannen die de Nederlandse taal niet goed beheersen. Ook moeten ze in of dicht bij de gemeente Eindhoven wonen – die financiert en faciliteert de Carrouselgroep.

Uit andere delen van Nederland komen vaak vragen over deze unieke mannenhulpgroep, ‘maar niemand heeft ons nog gekopieerd’, zegt Bexkens. Dat is opmerkelijk, omdat de resultaten erg goed zijn. Uit evaluatie van alle deelnemers – ruim vierhonderd sinds de oprichting, zo’n dertig à veertig mannen per jaar – blijkt dat de deelnemers na de cursus gemiddeld 35 procent minder kampen met klachten als agressie, hoofdpijn, stress, slecht slapen of een minderwaardigheidsgevoel. Ruim tweederde van de deelnemers voltooit de hele periode van acht weken. ‘Na drie maanden belt een van ons om te vragen hoe het gaat’, zegt Bexkens, ‘en om na te gaan of de adviezen zijn opgevolgd en of er iets nodig is om terugval te voorkomen. Ze kunnen ons ook altijd bellen – we laten je niet zomaar los.’