Hoe is het om een enkelband te dragen?
Lees meer
Vincent is toezichthouder in Rotterdam en moet voor zijn werk af en toe naar de rechtbank om daar een mondelinge toelichting te geven op het verloop van een toezicht. Daar maakt een gesprek met 1 van de slachtoffers veel indruk op hem.
Onlangs ben ik door de rechtbank opgeroepen om namens Reclassering Nederland als getuige-deskundige op te treden. Onze voortgangs- en adviesrapportage komt aan bod en indien nodig krijg ik de gelegenheid om aanvullende informatie te delen die betrekking heeft op het verloop van het reclasseringstoezicht en daarmee ook de (persoonlijke) ontwikkeling van de betrokkene(n).
In de zittingszaal omringd door veiligheidsglas met een traliewerk erboven. Familie, slachtoffers/benadeelden en parketpolitie aanwezig. Rechters, officieren van justitie, de verdachten, 4 advocaten op een rij en dan ik… Even voelt het alsof ik een schets van een rechtbanktekenaar bekijk. Mijn gedachte: ‘Yep, ik zit er echt tussenin. Dit is mijn werk’.
Na de tenlastelegging is er tijd om de persoonlijke situatie van verdachten aan te horen. Er is in het leven van meerdere verdachten al veel voorgevallen wat men zou kunnen samenvatten als een ‘beschadigde jeugd’. Na ongeveer 5 uur zit voor mij de zitting erop. Ik word echter de dag erna wederom verwacht om ter zitting nog een en ander aan te vullen indien nodig.
Het belooft wederom een lange zit te worden. En inderdaad, ook vandaag maak ik een goede 4 uur vol…. 9 uur in 2 dagen, een persoonlijk record zou ik bijna durven zeggen. We horen de strafeis van het OM, gevolgd door het pleidooi van de verdediging. Aanvullend geef ik op verzoek van het OM een extra uitleg over onder andere het werken volgens de JongVolwassenen (JOVO)-methodiek waarbij we extra letten op de (on)mogelijkheden van een jongvolwassene en hier zoveel mogelijk op inspelen.
Gedurende een van de pauzes komt een slachtoffer onverwacht naar mij toe. “Hebben jullie altijd zulke lange zittingen?”, vraagt hij mij. “Nee, althans niet vaak. Voor mij is dit ook een uitzondering”, geef ik toe. “Ik heb erg veel bewondering voor de manier waarop alles besproken werd in de rechtbank. En jullie moeten als reclassering ook maar opgewassen zijn tegen de druk vanuit de verdediging of de rechtbank die je mogelijk ervaart. Het lijkt me echt heel moeilijk om on the spot goede en passende antwoorden te geven.” Ik beaam dat het best spannend kan zijn, maar dat het doel ons duidelijk is: een accuraat beeld schetsen van de verdachte en diens situatie, om zo de rechter in staat te stellen tot een goede strafmaat te kunnen komen.
De man geeft aan ‘soort van’ geraakt te zijn door het verleden van zijn vermoedelijke daders. “Ik ben bijna in staat mijn aangifte in te trekken, zo erg vind ik het eigenlijk.” Hij houdt er, naar eigen zeggen, een dubbel gevoel aan over. De rompslomp met instanties om zijn situatie recht te trekken heeft al veel tijd en geld gekost, dus zijn aangifte houdt hij toch in stand. “Ik wil uiteindelijk toch dat de dader hiermee niet ongestraft weg komt… en als behandeling of begeleiding als straf wordt ingezet, dan is dat fijn. Er mogen geen slachtoffers meer vallen.”
Het gesprek met deze man zet me aan het denken…Dat wat wij meegeven aan de rechtbank kan van invloed zijn op iemands leven, iemands toekomst. Die van de verdachte, en vaak ook die van het slachtoffer. Onze professionele mening draagt immers bij aan wel of geen detentie, wel of geen (klinische) behandeling, wel of geen toezicht. Ons advies, onze keuze op dat moment in de zittingzaal wordt meegewogen in het besluit van de rechtbank. Dat is best een heftige realisatie. Maar het voelt ook goed: wat we doen, is niet marginaal. Het heeft impact en draagt daadwerkelijk bij aan een veiliger maatschappij. Op zo’n dag realiseer ik me weer hoe mooi ik dit werk vind.
Lees meer
Lees meer