Ook al heb je het in je werk als medewerker werkstraffen nog zo naar je zin, als de nood aan de man is en je kunt helpen, dan help je. Zo simpel was het voor Sophia, Cherissa en Susanne, drie collega’s uit Amsterdam die de laatste tijd heel ander werk deden dan waarvoor ze zijn aangenomen. Ze werken sinds drie weken één dag per week als werkmeester in Amsterdam. “Het is echt een heel andere wereld.”

Aan het begin van de coronacrisis kwamen de werkstraffen een tijd stil te liggen. Toen we weer aan de slag mochten, moest dat op anderhalve meter wat nogal wat consequenties had voor de capaciteit. Er waren meer locaties nodig om werkgestraften te plaatsen, en ook meer werkmeesters. Om dat gat op te vullen, werd een mail rondgestuurd naar alle medewerkers werkstraffen: wil je voor één dag in de week ‘op de bus’, zoals ze dat noemen. Sophia, Cherissa en Susanne twijfelden alle drie geen seconde. “Die groepsdynamiek leek me heel interessant, dus tuurlijk!”

Met een bus vol werkgestraften door Amsterdam

Dus in plaats van cliënten inplannen op de werkstraf en intakes doen, rijden ze nu met een bus met werkgestraften door de stad om ergens in een park of plantsoen aan het werk te gaan. Spannend? Cherissa: “Ik kom bij de politie vandaan dus ik ben wel wat gewend. Tuurlijk, sommigen zoeken grenzen op, dagen je uit. Maar als je maar duidelijk en transparant bent gaat het best. Al kan het ook heftig zijn. Je rijdt in een vreemde bus met vier mannen achterin, je moet ze de hele dag in de gaten houden, alert zijn en zorgen dat ze in je zichtveld blijven. Ze vragen ook aandacht, sommigen willen duidelijk hun verhaal kwijt. In het begin kwam ik afgepeigerd thuis.”

Ik ben me heel erg bewust van mijn eigen houding

Sophia beaamt dit. “Cliënten proberen hoever ze bij je kunnen gaan. Hoe meer ruimte je geeft, hoe meer ruimte ze nemen. Het is echt de kunst om kaders neer te leggen en daarbinnen te bewegen. En dan vind ik het leuk om te spelen met hoe ik met hen communiceer. Wat zeg ik en hoe zeg ik het, bij wie kan ik bijdehand zijn en bij wie niet. Ik ben me heel erg bewust van mijn eigen houding: als ik onzeker overkom, heeft dat direct zijn weerslag op de groep. Ze functioneren de hele dag als spiegel van mijn eigen gedrag. Heel interessant vind ik dat.”

Als enige vrouw tussen de mannen

Hoe is het voor hen om als enige vrouw tussen allemaal mannen te staan? Susanne: “Er wordt rekening mee gehouden in die zin dat wij niet de heftigste cliënten op de bus krijgen. En bij het ochtendpraatje zegt mijn collega: ‘Jongens, dit is Susanne. Zij is vandaag de werkmeester en we spreken elkaar gewoon met de voornaam aan.’ Zo voorkom je dat al die mannen je met ‘Hé tijger!’ of ‘Schatje’ gaan aanspreken. Maar ik heb niets naars meegemaakt. De jongens zijn allemaal respectvol en ze werken hard. Of dat te maken heeft met dat ik vrouw ben, ik heb geen idee.” Cherissa merkt wel een verschil tussen de cliënten: “De oudere garde vindt het mooi, een vrouw als werkmeester. Die maken graag een praatje met je. Maar de jongere garde kan nog wel eens kleinerende opmerkingen maken, waar ik niet altijd van gediend ben. Dat laat ik ze dan ook wel weten.”

Sophia, klein van stuk, sloeg bij één cliënt wel de schrik om het hart: “Hij kwam binnen en torende huizenhoog boven me uit. Schoenmaat 49, 2.10 meter lang. Ik ben 1.67 meter en dacht: mijn laatste uur heeft geslagen. Maar ik heb het overleefd en hij is echt mijn favoriete cliënt, ik heb me rotgelachen met die man.”

Nu weet je: een incident valt eigenlijk nooit mee

Wat de vrouwen alle drie merken, is hoe waardevol het is om het werk van werkmeester nu eens in de praktijk te doen. Susanne: “Als medewerker werkstraffen denk je soms bij een incident: ‘ach, het zal wel zijn meegevallen’, maar nu weet je: een incident valt eigenlijk nooit mee. Het is altijd heftig als er ruzie ontstaat of als iemand grensoverschrijdend bezig is. Dat doet veel met de werkmeester, met de groepsdynamiek, en nooit ten positieve.”

Sophia: “Je hebt te maken met een groep, met haantjes, met jongens die nog nooit gewerkt hebben. Je moet continu opletten maar ook improviseren: als het materiaal in je bus niet op orde is, als je een grote mond krijgt. Hoe ga je daarmee om? Superinteressant. Maar het laat je ook zien dat het werk van een werkmeester bijzonder pittig kan zijn.”

Voor Cherissa is de meerwaarde heel duidelijk : “Een intake met een cliënt is maar een half uur, maar als werkmeester ben je soms dagen, weken met een werkgestrafte aan de slag. Je kunt echt wat tijd in iemand investeren en soms zelfs een verschil maken, hoe klein ook.”

Overwegen om fulltime werkmeester te worden doen ze niet, maar alle drie raden de vrouwen het hun collega’s aan af en toe een dag als werkmeester te werken. Sophia: “Je wordt als medewerker werkstraffen scherper in je werk omdat je weet wat jouw beslissingen in de praktijk betekenen. En het bevordert de samenwerking met de werkmeesters.” Maar ook voor toezichthouders en adviseurs zou het goed zijn, zo vindt ook Susanne. “Je ziet cliënten in een heel ander daglicht, dat is echt leerzaam. Ja, als je de kans krijgt, zou ik zeggen: doen.”