Hoe voer je reclasseringstoezicht uit tijdens de coronacrisis, met alle maatregelen en terwijl je noodgedwongen vaker thuiswerkt? Toezichthouder Rowan kan er meer over vertellen. Met een pragmatische instelling en grote betrokkenheid blijft hij zijn werk uitvoeren en onderhoudt hij het contact met zijn cliënten. In deze tijden vooral telefonisch of via beeldbellen vanuit huis, maar ook nog face-to-face op kantoor. “Dat zijn vooral de cliënten waarbij een hoger risico is ingeschat.”

Rowan licht toe: “Nadat de impact van de maatregelen van het kabinet bekend werden, heb ik al mijn cliënten laten weten dat het contact doorloopt met de frequentie zoals we hebben afgesproken, maar dat de manier waarop anders kan zijn. Met ons team besloten we om alle hoger-risico-zaken zoveel mogelijk echt te blijven zien. Want als toezichthouder zijn juist de non-verbale signalen belangrijk. Hoe reageert iemand op wat je zegt, hoe kijkt hij uit z’n ogen, hoe zit hij erbij? Via de telefoon mis je dat stukje, maar ook met beeldbellen krijg je dit veel minder mee.” Het kantoor in Eindhoven gaat daarom op dinsdagochtend en donderdagmiddag open. Cliënten lijken begrip te hebben voor de situatie. “We houden ons het in het contact met cliënten aan de richtlijnen van het RIVM”. Dat betekent dus afstand houden. Rowan: “Ook in de spreekkamers, het ziet er wel een beetje raar uit, maar het went al wel.”

Er zijn ook cliënten die juist nu extra kwetsbaar zijn

Het zijn niet alleen de hoger-risico categorie ondertoezichtgestelden die Rowan nog ‘in levenden lijve’ maar op gepaste afstand spreekt op kantoor. Rowan: “Er zijn ook cliënten die juist nu kwetsbaar zijn en baat hebben bij een echt gesprek. Denk bijvoorbeeld aan mensen die bij de Geestelijke Gezondheidszorg onder ambulante behandeling zijn, maar daar nu door de maatregelen minder goed terecht kunnen. Dat probeer ik op te vangen door hen op kantoor uit te nodigen. En de Forensische Zorginstelling waar ik veel mee te maken heb, beperkt ook de ambulante behandelingen. Bij de cliënten waar dit speelt, maak ik de afweging of die toch niet iemand even moeten spreken. Daarvoor overleg ik met casemanagers of behandelaars.”

Onderscheid maken tussen 'nice to know' en 'need to know'

Rowan is blij te constateren dat de samenwerking in de keten goed verloopt. “Ik zie dat de lijnen daarin nog goed lopen en alle partijen overleg zoeken om oplossingen te vinden. Als ik zie hoe er daarin samengewerkt wordt, mogen we trots zijn.” Rowan merkt in zijn team op dat iedereen zo effectief mogelijk probeert te werken. “Je beperkt je tot wat echt nodig is. Dat is misschien voor na de coronacrisis iets om vast te houden. We maken nu bijvoorbeeld in ons teamoverleg via beeldbellen veel scherper het onderscheid tussen ‘nice to know’ en ‘need to know’. We houden het nu echt bij ‘need to know’. En bij het bespreken van casuïstiek via videoconferencing zijn we voorzichtig en delen we geen persoonsgegevens. En mocht dat toch nodig zijn bespreken we zaken over een extra beveiligde beeldverbinding.”

Als toezichthouder sla ik daarop aan

Hoewel Rowan blij is dat hij zijn werk voort kan zetten maakt hij zich ook wel zorgen. Zijn vriendin werkt in het speciaal basisonderwijs en is nu ook meer thuis. “Daardoor krijg ik zijdelings en met inachtneming van de privacyregels ook mee hoe moeilijk het kan zijn in gezinnen waar het thuis niet zo fijn of leuk is. Met alle risico’s van dien. Als toezichthouder sla ik daar op aan.

Met cliënten waarvan ik weet dat er thuis spanningen kunnen ontstaan, houd ik nu extra contact. Om te peilen hoe het gaat, om een luisterend oor te bieden en zo wellicht ook wat spanning weg te kunnen nemen. Ik heb ook wijkagenten geïnformeerd over het feit dat wij in deze periode niet op huisbezoek kunnen gaan bij deze gezinnen en hen gevraagd of zij daarom een oogje in het zeil kunnen houden. Wat dat betreft hoop ik ook echt dat het niet nodig wordt om over te gaan tot een volledige lockdown. Want we leren onze cliënten bijvoorbeeld om even een ommetje te gaan lopen als de spanningen teveel oplopen. Dat kan dan niet meer.”

"Gelukkig zien we naar elkaar om"

Rowan ziet ook positieve dingen ontstaan in deze crisis. Rowan: “Laatst vroeg een cliënt of ik hem een uur later kon bellen omdat hij net op het punt stond om boodschappen te gaan halen voor zijn buurvrouw. Van anderen weet ik dat ze helpen bij de voedselbank. Gelukkig zien we nog naar elkaar om.”

Door de crisis is Rowan zich ook bewuster geworden van hoezeer hij zijn team waardeert. Rowan: “Ik mis mijn collega’s en ik realiseer me nu meer dan ooit hoe goed het is dat wij alles met elkaar kunnen delen. Werk en persoonlijk. Het is de kunst om dat deze dagen vast te houden. Ik heb ook waardering voor onze manager die ons stimuleert om contact te houden, op elkaar te letten en om hulp te vragen als dat nodig is. Ik bel veel met collega’s en gelukkig hebben we de beschikking over verschillende communicatiemiddelen zoals een groepsapp en videoconferencing via webex. Ik heb er alle vertrouwen in dat het goed komt en gek genoeg nu meer dan ooit het gevoel dat we als team opereren.”

Dit verhaal is onderdeel van het Jaarverslag 2020