Wat onze reclasseringswerkers dag in dag uit meemaken, leent zich goed voor mooie verhalen. Maar hoe een cliënt ons reclasseringswerk ervaart, dat horen we niet zo vaak. Vandaag is een uitzondering. Oud-cliënt Nemo geeft ons een inkijkje in hoe zijn leven 180 graden draaide door zijn detentie en het toezicht erna. “Ik was geen typische gevangene denk ik, en ook zeker geen typische ondertoezichtgestelde.”

Het is een druilerige oktoberdag als we over het immense terrein van Nemo’s kringloopwinkel in het oosten van het land lopen. Nemo, alpinopetje op zijn vrolijke hoofd en volledig volgetattoeëerde armen, loopt in t-shirt door de regen. Grinnikend: “Ik blijf last houden van wat ik ‘detentieschade’ noem: wat voor weer het ook is, alles is goed. Als je maar één uur per dag naar buiten mag, deert het je niet dat het regent. Je gáát.” Het typeert hem: positief ingesteld en niet makkelijk uit het veld te slaan.

Vechten voor je geld

Nemo groeit op in een zigeunerkamp aan de oever van de Rijn en woont tot zijn achtste in een pipowagen. Zijn opa is accordeonist en professioneel straatvechter, en wint op een dag een gevecht. Opbrengst: een café in de stad met een woning ernaast voor Nemo en zijn familie. Nemo moet wennen aan de drukte van de stad en is dan ook opgelucht als hij na enkele jaren in het rustige, open Friesland belandt waar hij een plek vindt in het heibedrijf van een neef. Al snel zegt een collega tegen hem: ‘Man, met dat geklep van jou de hele dag zou je beter passen in de zorg!’ en hij neemt dat advies ter harte. “Ik ontdekte: niets zo mooi als werken met mensen met een rugzakje.”

Aan het werk in de kringloopwinkel

Tweeëntwintig jaar later, het is inmiddels maart 2011, belandt Nemo in de gevangenis. Uitweiden over het waarom wil hij niet. Wel hoe hij zijn tijd in de gevangenis ten volste benut. “Vanaf de dag dat ik binnenkwam tot de dag dat ik weer naar buiten stapte heb ik me ingezet om er beter uit te komen.”  Schoonmaakdiploma’s, zijn middenstandsdiploma, horecadiploma’s, een sportinstructeursdiploma, als hij na ruim vier jaar vrijkomt hangt zijn muur er vol mee.

In de laatste fase van zijn detentie komt de reclassering om de hoek: drie jaar toezicht is één van zijn voorwaarden. “Mijn toezichthouder stelde me voor om aan het werk te gaan in de groenvoorziening. Ik zei hem: ‘Peter, dat ga ik dus niet doen. Ik heb gehoord dat ze een werkvloercoördinator nodig hebben bij kringloopwinkel Wawollie, dát ga ik doen.’ Peter ging akkoord en ik ging, met enkelband en al, bij Wawollie aan de slag. Ik vond het er helemaal het einde.”

Daar stonden we dan, met 22 man op straat

Omdenken

Maar dan slaat in een nacht in juli 2016 het noodlot toe: Wawollie brandt af. Nemo: “Daar stonden we dan, met 22 man op straat. Geen dagbesteding meer, geen werk. Ik dacht: hier moet ik wat aan doen. Dus ik plande een overleg met al die vrijwilligers en beloofde hen met de hand op het hart dat ik mijn stinkende best zou doen om in ieder geval een plek te vinden waar we konden samenkomen.  In een oude brandweerloods hebben we een honk gemaakt en regelde ik dagbesteding.”

Maar eigenlijk wil Nemo gewoon een nieuwe kringloopwinkel waar hij met ‘zijn’ vrijwilligers aan de slag kan. Hij legt het idee voor aan zijn toezichthouder Peter. “’Ik vind het goed’, zei hij, ‘maar hou me wel goed op de hoogte. Je krijgt mijn vertrouwen, laat me maar zien dat je dat waard bent.’ Ik beloofde het hem en met geld van een investeringsmaatschappij startte ik samen met de vrijwilligers mijn kringloopwinkel, Kiekeboe. Het was de beste beslissing van mijn leven.”

Vertrouwen

Dat het bijzonder is dat zijn toezichthouder hem een stuk vrijheid geeft, beseft Nemo wel degelijk. “Door zijn ervaring heeft hij wat meer afstand genomen en mij de kans gegeven om vrijelijk te kunnen bewegen. Dat heb ik enorm gewaardeerd. Want ik begreep ook wel dat het als ik gekke dingen ging uithalen, dat op zijn bordje zou komen. Maar ik denk dat Peter ook inzag dat ik echt gedreven was om er een succes van te maken, en dat ik absoluut niet met foute praktijken bezig was.”

Hij gaf me vrijheid, maar hield ook een oogje in het zeil

Sparren met je toezichthouder

Nemo ziet Peter tijdens het opbouwen van Kiekeboe ook als sparringspartner. “Het was een heel spannende tijd voor me; een kringloopwinkel starten doe je niet zomaar. Ons contact was gedurende die fase erg intensief, ik heb veel met Peter gebeld en hem vaak gezien. Hij gaf me vrijheid, maar hield ook een oogje in het zeil. Ik heb me echt gesteund gevoeld door hem.”

Inmiddels heeft Nemo een zeer goedlopend bedrijf waar hij dagbesteding biedt aan 45 mensen met afstand tot de arbeidsmarkt en werkgestraften. “Mijn 22 jaar aan ervaring in de zorg komt hier elke dag van pas. Het is zo leuk om met deze mensen te werken, geen dag is hetzelfde.” En Peter, ziet hij die nog wel eens? “Het toezicht is afgelopen februari geëindigd. Peter had gebakjes meegenomen en wilde afscheid nemen. Dat weigerde ik. Ik heb gezegd: we zien elkaar! En dat doen we ook vast nog wel eens. Hopelijk komt hij langs in de kringloopwinkel.”

 

Dit verhaal is onderdeel van het Jaarverslag 2020