Hoe is het om een enkelband te dragen?
Lees meer
Een kijkje in de keuken van de Noord-Nederlandse ZSM-kamer. Dat kregen bezoekers van het Forensisch Forum Groningen 7 november 2017. Bij ZSM wordt veelvoorkomende lichte criminaliteit soms al binnen 6 uur afgedaan. Het Openbaar Ministerie legt straffen op, zonder tussenkomst van een rechter en de advocatuur. Een rechter en een advocaat geven hun visie op de gang van zaken.
‘Veel mensen zijn nieuwsgierig hoe dat nu werkt op een ZSM-kamer’, vertelt reclasseringswerker en workshopleider Miguel Ririhena. ‘Ik kan vertellen: het is hectisch, er is energie. De verdachtenmonitor is het kloppend hart van de ZSM-kamer. Daar komen alle zaken binnen. Het is druk, er zijn veel aanhoudingen. We gaan twee waargebeurde casussen simuleren en zijn benieuwd naar de reacties.’
Het gaat in de eerste casus om een vrouw van in de 30, die is opgepakt voor winkeldiefstal. Niet voor de eerste keer, want ze heeft ook een winkelverbod overtreden. Met een pruik op is de vrouw de winkel in gegaan. Tevergeefs, ze wordt herkend. Politiekundige Jan Smidt lepelt de opsporingsfeiten op. ‘De bewijslast is rond, er is een getuige, er zijn bewakingsbeelden en een proces-verbaal.’
Het Openbaar Ministerie, politie, Slachtofferhulp, Raad voor de Kinderbescherming en de reclassering verzamelen de informatie die voorhanden is binnen hun organisaties. Er blijkt sprake van veel problematiek: de vrouw en haar partner gebruiken drugs, hun kind is op een geheime locatie ondergebracht en er zijn forse schulden. Het recidiverisico is levensgroot. Raaghni Djassai van Slachtofferhulp wijst haar collega’s op de positie van de winkelier, die ondanks het verbod last heeft van de vrouw.
“De vrouw en haar partner gebruiken drugs, hun kind is op een geheime locatie ondergebracht en er zijn forse schulden.”
‘Ik wil direct bij de vrouw op bezoek’, aldus reclasseringswerker Sandra Elzer. ‘Ik zag op de foto’s dat zij sterk vermagerd is in korte tijd.’ Aldus geschiedt. Zij treft een schrijnende situatie aan: schulden, vervuiling, verslaving en een dreigende uithuiszetting. Direct actie is geboden.
Er wordt contact gelegd met de woningbouwvereniging, Veiligheidshuis en wijkteam. ‘Waarom krijgt deze vrouw geen zorg? Waarom is er niet opgeschaald naar het Veiligheidshuis?’, vraagt Elzer zich af. Het blijkt om notoire zorgmijders te gaan. De volgende dag keert zij terug naar de vrouw, nu met 2 forensisch medewerkers. ‘De financiering is niet rond, toch gaan de organisaties de casus in’, vertelt ze. ‘Blijkbaar staat ze nu wel open voor hulp, snel handelen is geboden.’
De uithuiszetting wordt voorkomen, er komt een schoonmaakploeg van het Leger des Heils en de vrouw en haar partner krijgen ieder een traject aangeboden. Forensisch werkers gaan met bewindvoering aan de slag. ‘Complex aan deze zaak is dat er geen juridisch kader is, aangezien de vrouw alleen lokaalvredebreuk heeft gepleegd’, vertelt officier van justitie Liesbeth de Ruiter. ‘Binnen een juridisch kader kunnen we meer doen. Mocht dat nodig zijn, dan kunnen we de winkelier vragen alsnog aangifte te doen. Die kruisbestuiving hebben we ook binnen ZSM.’
De zaak wordt afgedaan en Charlotte Cromwell, assistent officier van justitie, voert de afdoeningsbeslissing in. De verdachte heeft 2 weken om hiertegen in beroep te gaan en krijgt uitleg over de stappen in het proces. ‘Normaal gesproken zou bij een delict waarbij de bewijslast rond is het Openbaar Ministerie een dagvaarding uitbrengen’, licht zij toe. ‘Binnen 3 maanden volgt dan een advies van de reclassering aan het Openbaar Ministerie. De vraag is of dan het zorgstuk zou zijn opgepakt. Nu legt de reclassering de link naar het sociaal domein.’
“De reclassering legt de link naar het sociaal domein.”
De rechter en advocaat kunnen zich in grote lijnen vinden in de gekozen aanpak. ‘Ik zie dat er hard gewerkt wordt’, aldus Evert van der Meer van De Haan Advocaten. ‘En mooi dat veel zaken buiten het strafrecht blijven. De wenselijkheid van hulp mag echter niet overschaduwen dat er eerst wel een zaak moet zijn.’
‘De advocatuur moet bovendien wel een rol hebben’, vervolgt hij. ‘De vraag is of de verdachte altijd alles de consequenties van keuzes kan inschatten, zeker als het gaat om first offenders. Als een verdachte in beroep gaat en er toch een advocaat aan te pas komt, staat deze bij ZSM altijd op achterstand.’
Over ZSM
Sinds februari 2011 zijn het Openbaar Ministerie, de politie, slachtofferhulp, Raad voor de Kinderbescherming en de reclassering gestart met ZSM, Zo Simpel, Snel, Selectief, Samen en Samenlevingsgericht Mogelijk. Grootste verschil met de reguliere manier van werken is dat betrokken partijen bij ZSM parallel naar een zaak kijken in plaats van volgtijdelijk. Daarbij zitten ze letterlijk samen in een hok, de ZSM-kamer. Over het nut en noodzaak om lichte criminaliteit snel af te doen is bijna iedereen het eens. Snel reageren op delictgedrag zorgt voor het terugdringen van recidive. Het rechterlijke systeem raakt bovendien overbelast als iedere winkeldiefstal langs de rechter moet. Vaak zijn mensen ook gebaat bij een snelle afdoening, zeker als er sprake is van complexe problematiek. De rechtspraak en advocatuur zijn kritisch. Een verdachte of dader heeft vaak onvoldoende inzicht in een proces om de gevolgen van beslissingen te overzien, stellen zij. Ook zouden straffen vaak hoger uitvallen binnen ZSM dan met de bijstand van een advocaat. |
De volgende zaak dient zich aan op de verdachtenmonitor. Een jongen van 15 heeft zijn zusje en moeder bedreigd met een bezemsteel. ‘Het gaat om een eenoudergezin met 4 kinderen’, aldus politiekundige Jan Smidt. ‘De jongen is licht verstandelijk beperkt. De moeder en de oudste dochter hebben aangifte gedaan van mishandeling. De jongen ontkent. ‘Ik mocht alleen niet naar buiten en er is wat geduwd, meer niet. Mijn moeder wil mij gewoon het huis uit hebben.’ De jongen krijgt een tijdelijk huisverbod opgelegd.’
‘Wat weten we van deze boy?’, vraagt De Ruiter (officier van justitie) aan de ZSM-kamer. Arjen Gussenhoven van de Raad voor de Kinderbescherming constateert dat er geen toezicht en begeleiding is door de jeugdreclassering. Er volgt contact met moeder en jongere over het vervolgtraject. Gussenhoven: ‘In deze zaak is het van belang om de jongere direct te bezoeken. Kan de jongen voorlopig in zijn netwerk geplaatst worden?’ Dat blijkt niet het geval, en er volgt een uithuisplaatsing.
Raaghni Djasai van Slachtofferhulp zoekt contact met de zus, die de situatie toelicht. ‘Het kan zo niet langer’, verklaart ze, ‘mijn broer terroriseert het gezin.’ De zaak hoort niet in het strafrecht maar in het civiel recht, zo luidt de conclusie van ZSM. Het is een schreeuw om hulp. Hoe de zaak is afgelopen? Van Gussenhoven (Raad voor de Kinderbescherming): ‘De zaak loopt nog. Er is wel een langdurige maatregel nodig van de jeugdreclassering. In dat geval komt er een dagvaarding. Dan draagt de officier van justitie de zaak over aan de rechter.’
“Als de jongen ontkent, heeft hij dan wel de beschikking over een advocaat?”
Andrea Gerding, rechter bij Rechtbank Noord Nederland, verbaast zich over de gang van zaken. ‘Als de jongen ontkent, heeft hij dan wel de beschikking over een advocaat? Misschien wil hij wel een andere oplossing? Een uithuisplaatsing is vaak geen eerste keus. Zijn procespositie is ook belangrijk.’
Officier van justitie Liesbeth de Ruiter: ‘De feiten zijn in deze casus helder. Er is geen sprake van een strafbaar feit, daarom bewandelen we een andere weg.’ ZSM zoekt nooit zelf actief contact met de advocaat, andersom gebeurt dat wel, vertelt ze. ‘De advocaat is bij het verhoor en de Raad voor de Kinderbescherming en praat met de jongen. Die informatie hebben we. De afdoening wordt uiteindelijk gedaan aan de hand van het advies van de raad.’
‘Om de positie van de verdachte te versterken, is er een onlangs een proef geweest om de advocatuur standaard te betrekken bij ZSM’, vervolgt de officier van justitie. ‘Dat werkte goed, maar is helaas erg duur. Bovendien is het niet zo dat de verdachte niet in verzet tegen onze beslissing kan komen.’
“Bij ZSM liggen opsporing, vervolging en berechting in één hand.”
Ik zie dat de ZSM-kamer goed werk verricht’, aldus Evert van der Meer. ‘Mijn zorg is meer principieel van aard. Het feit dat binnen ZSM opsporing, vervolging en berechting in een hand liggen, vind ik ongewenst. De toets ontbreekt. In hoeverre is er kritiek, wie controleert wie? Bewijs is niet altijd zo helder.’
Cromwell (assistent officier van justitie): ‘Ik snap het punt. Verdachten wijzen wij bij ZSM altijd op hun rechten. Ook worden zij altijd gewezen op de mogelijkheid van een voorwaardelijk sepot. Als een straf hoger uitvalt, kunnen zij altijd contact opnemen met hun advocaat. Wij documenteren onze beslissing bovendien nauwgezet en kunnen altijd aangeven waarom we een beslissing genomen hebben.’ Of zij het weleens oneens is met een beslissing?, vraagt de advocaat.’ Zeker wel, dan ga ik de afdoening invoeren, verbaas me en draai me om in mijn stoel. Dan voeren we vaak nog een pittige discussie.’
Discussieleider Ririhena neemt het woord over. ‘We hopen dat jullie nu meer inzicht hebben in het proces in de ZSM-kamer. Er viel vandaag op het symposium vaak het woord Gideons bende, een ongrijpbare voorhoede van een grotere groep. Ik denk dat dat ZSM treffend typeert: wij zijn een Gideons bende op zoek naar betekenisvolle afdoeningen. Zo werken we aan een veiligere samenleving. Wij blijven met de rechtspraak en advocatuur in gesprek om het proces te verbeteren.’
Foto: aan de ZSM-tafel: Miguel Ririhena (Reclassering Nederland), Jan Smidt (politie), Liesbeth de Ruiter (officier van justitie), Raaghni Djassai (Slachtofferhulp), Sandra Elzer (SVG Verslavingsreclassering) en Charlotte Cromwell (assistent officier van justitie) (vlnr). Rechter Andrea Gerding en advocaat Evert van der Meer in de stoelen op de voorgrond
Lees meer
Lees meer