Naar de hoofdinhoud Naar de navigatie
Reclasseringswerker in gesprek met cliënt op de rug gezien

Aanpak zedendaders

Reclassering Nederland kan op verschillende manieren betrokken zijn bij zedenzaken. De reclassering adviseert rechters en officieren van justitie over het reclasseringstoezicht met bijzondere voorwaarden. Tijdens toezicht werken wij samen met onder andere de politie en organisaties waar zedendaders verplicht een behandeling volgen.

Wat zijn de risico’s?

De reclassering maakt in opdracht van de rechter, officier van justitie of de gevangenis een reclasseringsadvies. In dit rapport staat wat de reclassering vindt over:

  • de situatie van de verdachte, en de relatie met de gebeurtenissen
  • het gevaar op herhaling van het strafbare gedrag (recidive)
  • wat er moet gebeuren om te voorkomen dat het weer gebeurt

De reclassering brengt de risico’s op herhaling van het strafbare gedrag in beeld met RISCRISC staat voor: Recidive Inschattings Schalen . RISC is een hulpmiddel om te laten zien:

  • wat maakt dat iemand weer in de fout kan gaan
  • wat iemand kan helpen om op het rechte pad te blijven

De reclasseringsmedewerker maakt op basis van deze gegevens en zijn eigen professionele oordeel een inschatting van het risico op recidiveherhaling van strafbaar gedrag . Dit is onderdeel van het reclasseringsadvies.

De reclassering adviseert

De reclassering adviseert of de zedendader zich moet houden aan bijzondere voorwaarden. Dat kan bijvoorbeeld een gebiedsverbod zijn. De zedendader mag dan bijvoorbeeld niet in de buurt komen van:

  • slachtoffers
  • afgesproken plekken, zoals scholen of speelgebieden

De reclassering controleert het gebiedsverbod met een enkelband. De reclassering kan ook adviseren dat een zedendader verplicht een behandeling moet volgen.

De rechter beslist

De bijzondere voorwaarden zijn altijd onderdeel van een reclasseringstoezicht. De rechter bepaalt:

  • of de zedendader een reclasseringstoezicht krijgt
  • hoe lang dit toezicht duurt
  • aan welke bijzondere voorwaarden de zedendader zich moet houden

De reclassering houdt toezicht

De reclassering controleert of de zedendader zich houdt aan de bijzondere voorwaarden, het reclasseringstoezicht. De reclasseringsmedewerker stelt ook doelen waaraan de zedendader moet werken: om de kans op herhaling van het strafbare gedrag kleiner te maken. Ook coachen we de zedendader bij het halen van de doelen. En helpen we bij praktische vragen.

COSA

Alleen staan en niet meer meedoen in de samenleving. Dat is bij zedendaders een groot risico op herhaling van strafbaar gedrag. Reclassering Nederland werkt daarom met de methode COSACOSA staat voor Cirkels van Ondersteuning, Samenwerking en Aanspreekbaarheid . Bij COSA hebben 3 tot 5 vrijwilligers regelmatig contact met de zedendader. Zij voeren gesprekken en ondernemen sociale activiteiten. De vrijwilligers letten op signalen van risicogedrag. Bij een dreigende terugval melden de vrijwilligers dit aan de reclassering. De reclassering vraagt als het nodig is andere experts om hulp. Reclassering Nederland traint de vrijwilligers.

Meer over COSA

Cijfers

In 2023 stonden 425 mensen onder toezicht bij Reclassering Nederland voor één of meer seksuele overtredingen. Bij gemiddeld 1 op de 25 toezichten bij Reclassering Nederland gaat het om een zedendader. Zedendaders met een reclasseringstoezicht zijn vooral mannen (97%).

425

mensen stonden in 2023 onder toezicht voor één of meer seksuele overtredingen

1 op 25

toezichten betreft een zedendader

97%

van zedendaders met een reclasseringstoezicht is man

216

kernleden kregen hulp van COSA